Stap 3

De stikstofkringloop
Planten hebben voor hun productie niet alleen koolstof nodig, maar o.a. ook stikstof. Dat zou geen probleem hoeven te zijn. De lucht bestaat voor 79% uit stikstof. Toch moeten akkerbouwers stikstofbemesting toepassen.
Hoe komt dat?

Lees kennisbank:

KB: Routes van stikstof

Opdracht 1 Stikstof

  1. Beschrijf de manier waarop een plant stikstof opneemt. In welke verbindingen in de plant komt die stikstof vooral terecht?
  2. Leg uit waarom bij akkerbouw stikstofbemesting noodzakelijk is.
  3. Na de oogst blijft er een tomaat in de bodem achter.
    Maak een schema van wat er met de stikstofverbindingen uit deze tomaat gebeurt.​

Opdracht 2 Aquarium
Je begint een aquarium, een eenvoudige bak: een bodem, wat planten, een paar vissen.
Je voert de vissen iedere dag.

  1. Het gehalte organische stoffen in het aquarium stijgt.
    Door welke drie oorzaken?
  2. Welke organismen in het aquarium zorgen ervoor dat de biomassa van het ecosysteem toeneemt?
  3. Welke organismen in het aquarium zorgen ervoor dat de biomassa afneemt?
  4. In het water ontstaat ammoniak. Bij welk proces ontstaat dat?
  5. Ammoniak is een giftige stof. Gelukkig verdwijnt deze meestal snel uit het aquarium. Op welke manieren?
  6. Bedenk op grond van de theorie van de stikstofkringloop hiervoor een oplossing.
  7. Je ziet hiernaast twee afbeeldingen van een kringloop.
    Welke afbeelding geeft de stiksofkringloop in een aquarium weer?

Opdracht 3 Stikstofkringloop
Oefen je kennis van de stikstofkringloop hier .
Ga door tot je alles goed hebt ingevuld. Gebruik zo nodig Binas.

Opdracht 4 Bacteriën
Maak deze vragen:

  1. Het bacteriegeslacht Rhizobium in de wortelknolletjes van lupine
    1. veroorzaakt nitrificatie.
    2. bindt stikstof uit de lucht.
    3. veroorzaakt rotting.
    4. veroorzaakt vervluchtiging.
  2. Als in een bodem veel denitrificerende bacteriën voorkomen, veroorzaken deze
    1. zuurstofgebrek.
    2. overmaat ureum.
    3. overmaat zuurstof.
    4. nitraatgebrek.

Opdracht 5 Zure regen
In de kennisbank heb je gelezen dat verstoring van kringlopen ook tot gevolg hebben dat het milieu verzuurt.

  1. Bekijk de afbeelding. De mate van verzuring is niet gelijk verdeeld over het land.
    Bedenk welke oorzaken daarvoor kunnen zijn.
  2. Welke maatregelen heeft de tomatenkweker genomen om verzuring te verminderen?
    Wat zou hij evt nog meer kunnen doen?
  3. Wat is in de landbouw gedaan om verzuring tegen te gaan?
    De landelijk gemiddelde neerslag van verzurende stoffen is sinds 1981 gehalveerd.
    Dat is vooral het gevolg van maatregelen bij de doelgroepen verkeer en industrie, zoals b.v. katalysatoren en rookgasfilters.
    Een deel van dat effect wordt teniet gedaan door het rebound effect.
    Dat betekent dat, als we iets duurzaams doen dat zelf weer tegenwerken.
    Dus zijn de auto’s schoner, dan rijden we meer: met de vervuiling van die schone auto valt het immers wel mee.
  4. Bedenk voorbeelden van het rebound effect uit jouw dagelijks leven.
    Hoe is dat effect te voorkomen?

Bespreek je antwoorden in de klas.

Opdracht 6 Examenvragen
Maak de volgende examenvragen over beide kringlopen.
Gebruik zo nodig Binas.