Stap 1

Voedselketens en duurzaamheid
Menselijk ingrijpen in de natuur levert vaak extra afval op. Hoe meer je processen laat lijken op dat wat in de natuur gebeurt, des te kleiner de hoeveelheid afval. In het filmpje van de inleiding heb je gezien hoe de teelt van tomaten en de kweek van vissen handig worden gecombineerd. Het proces wordt duurzamer. Wat betekent dat precies?

Opdracht 1 Duurzaamheid
Het begrip duurzaamheid wordt op veel verschillend manieren gebruikt: duurzaam ondernemen, duurzaam eten, duurzame energie, duurzaam inkopen, ….
Wat denk jij dat duurzaamheid inhoudt? Controleer je antwoord hier .
Geef daarna een samenvatting in eigen woorden.

Opdracht 2 Kweekmethode
Is de kweekmethode uit de inleiding duurzaam?
Vergelijk de kweekmethode met het kweken van tomaten en vissen apart.
Onderbouw je mening met argumenten.

Opdracht 3 Ecosysteem
Belangrijk in het denken over een duurzame wereld is het begrip ecosysteem.
Zoek hier wat een ecosysteem is.

Opdracht 4 Voedselweb
In een ecosysteem komt een groot aantal voedselketens voor.
Samen vormen ze een voedselweb.
Lees in de kennisbank:

KB: Deelnemers aan een voedselketen en -web
KB: Energieverlies in een voedselketen

Opdracht 4A Energie in een voedselketen
Kies de juiste antwoorden:

  1. Elke volgende schakel in een voedselketen bevat minder energie doordat planten ... gebruiken om weefsel op te bouwen.
    1. alle vastgelegde zonne-energie
    2. een deel van de vastgelegde zonne-energie
  2. Elke volgende schakel in een voedselketen bevat minder energie doordat planteneters ... eten.
    1. de hele plant
    2. slechts een deel van de plant
  3. Elke volgende schakel in een voedselketen bevat minder energie doordat vleeseters ... eten.
    1. een deel van het dier
    2. het hele dier
  4. Elke volgende schakel in een voedselketen bevat minder energie doordat consumenten ... kunnen verteren.
    1. een deel van hun voedsel
    2. al hun voedsel
  5. Elke volgende schakel in een voedselketen bevat minder energie doordat consumenten ... gebruiken voor het opbouwen van weefsel.
    1. een deel van de energie
    2. alle energie

Opdracht 4B Duurzaam eten

  1. Waarmee kun je de wereldbevolking het beste voeden als je rekening houdt met duurzaamheid?
    1. vis
    2. maïs
    3. soja
    1. vlees
    2. insecten
    3. garnalen
    1. kip
    2. vlees
    3. insecten

Opdracht 4C Piramiden van biomassa
Ga naar Model ecosystemen .

Je vindt hier een model van drie ecosystemen:
bos, woestijn, grasland, oceaan, meer.
Kies jouw ecosysteem en schuif de organismen naar de juiste plaats in de piramide.
Als alles op de juiste plaats staat. Vergelijk dan de piramide van biomassa (energie) met de piramide van aantallen.
Maak van beide een diagram. Vergelijk de piramiden van de drie ecosystemen.
Welke overeenkomsten en verschillen zijn er?

Opdracht 5 Mini-ecosysteem
Bekijk nog eens het mini-ecosysteem uit de inleiding.

Voeg al deze gegevens toe aan je schema en vergelijk het totaal met een klasgenoot.

Opdracht 6 Voedselpiramide
Teken de piramide van biomassa van dit ecosysteem.
Vergelijk jouw piramide met die van een klasgenoot.
Leg aan elkaar de getekende figuur uit.