beschrijf en herken je de bouw, werking en functie van de bloedsomloop met hart en bloedvaten van eukaryoten, in het bijzonder de mens, met aandacht voor de relatie tussen bouw, werking en functie.
licht je de embryonale bloedsomloop van de mens toe.
licht je de functie van de bestanddelen van bloed, bloedplasma, weefselvloeistof en lymfe toe.
beschrijf je de vorming van weefselvloeistof en lymfe.
beschrijf je het verband tussen bloedvatenstelsel en lymfevatenstelsel.
beschrijf je verschillen en overeenkomsten tussen organen en orgaanstelsels van de mens en verschillende diersoorten.
Deelconcepten
Hart, slagader, ader, haarvat, open en gesloten bloedsomloop, enkele en dubbele bloedsomloop, grote bloedsomloop, kleine bloedsomloop, lymfevatenstelsel, hartkleppen, hartslagfrequentie, slagvolume, sinusknoop, AV-knoop, bundel van His, bloeddruk, diastole, systole, bloedplasma, weefselvloeistof, lymfe, beenmerg, bloedsamenstelling, rode bloedcellen, hemoglobine, witte bloedcellen, bloedplaatjes, bloedstolling, bloed, lymfeknopen.