Gute Besserung!

Stel je voor dat je op vakantie in het buitenland bent of aan een uitwisseling deelneemt en je voelt je
niet zo lekker. Dan moet je wel kunnen aangeven wat er met je aan de hand is.
Dat oefen je met de volgende opdrachten


Herhaling
Herhaal eerst de woorden en de grammatica van dit thema.


Übung 1
Je doet mee aan een uitwisseling, maar vandaag voel je je niet zo lekker.
Dat zeg je tegen je uitwisselingspartner.

 

Klachten waarover je kunt praten:
buikpijn, hoofdpijn, kiespijn, misselijk, koorts, verkoudheid, keelpijn...

 

Übung 2
Je bent op vakantie in Duitsland, maar helaas voel je je niet zo goed. Daarom ga je naar de dokter.

Download hier Rollenkarte Beim Arzt A en Rollenkarte Beim Arzt B
 

Auswertung

  1. Vergelijk jullie gesprek met het antwoordmodel.
    Antwortmodell
  2. Wat is voor jullie gesprek van toepassing? Je kunt meerdere zinnen aanvinken.

    1. We konden af en toe niet verder, omdat we de tekst vergeten waren.
    2. We kenden het gesprek niet uit ons hoofd.
    3. We wisten het gesprek uit ons hoofd.
    4. We hebben veel fouten gemaakt.
    5. We hebben bijna geen fouten gemaakt.
    6. We hebben geen fouten gemaakt.
    7. Onze leraar was niet echt tevreden met ons gesprek.
    8. Onze leraar was tevreden met ons gesprek.

Übung 3
Je bent op wintersport in Oostenrijk en je bent daar op de piste gevallen.
Nu zit je bij de dokter.

Hier vind je de rollen: Rollenkarte Beim Arzt2 A en Rollenkarte Beim Arzt2 B
 

Auswertung

  1. Vergelijk jullie gesprek met het antwoordmodel.
    Antwortmodell
  2. Wat is voor jullie gesprek van toepassing? Je kunt meerdere zinnen aanvinken.

    1. We konden af en toe niet verder, omdat we de tekst vergeten waren.
    2. We kenden het gesprek niet uit ons hoofd.
    3. We wisten het gesprek uit ons hoofd.
    4. We hebben veel fouten gemaakt.
    5. We hebben bijna geen fouten gemaakt.
    6. We hebben geen fouten gemaakt.
    7. Onze leraar was niet echt tevreden met ons gesprek.
    8. Onze leraar was tevreden met ons gesprek.