Oefening 1: Urlaubskarte
Situatie
Je bent op vakantie en stuurt een kaartje aan je Duitse vriend/in.
Schrijf het kaartje.
- Schrijf de aanhef.
- Doe de groeten vanuit Italië.
- Schrijf dat jullie op een camping in Umbrië (Umbrien) zijn.
- Schrijf dat het weer mooi is.
- Schrijf dat je elke dag zwemt – of in het meer of in het zwembad.
- Schrijf dat je twee Italiaanse meisjes/jongens hebt leren kennen.
- Schrijf dat jullie het goed met elkaar kunnen vinden.
- Schrijf dat jullie Duits met elkaar praten.
- Schrijf dat het jammer is dat zij/hij er niet is.
- Schrijf dat je gisteren met je ouders naar Assisi bent geweest en dat dat een heel leuk stadje is.
- Vraag waar hij/zij eigenlijk dit jaar op vakantie is.
- Groet en sluit af.
En nu jij!
Schrijf nu zelf een vakantiegroet.
Gebruik de gegevens van een vakantie die je zelf hebt beleefd.
Sla de tekst op in je map of print hem uit en bewaar het in je map.