Gesprek 5: Snackbar

De volgende dag gaan jullie samen naar de snackbar. Je bespreekt met je nieuwe vriend/in wat jullie gaan eten. Voer met elkaar het volgende gesprek. Natuurlijk in het Duits.

A: Zo, ik heb trek!
B: Ik ook! Hebben ze een kaart?
A: Ja, hier. Wat vind jij lekker?
B: Ik houd van braadworst.
A: Nee, die lust ik niet.
B: Die is hier echt super! Die moet je proberen!
A: Ik neem liever patatjes.
B: Ok. Wat wil je drinken?
A: Ik neem een cola.
B: Goed, dan ga ik bestellen: één braadworst, één portie patat en twee cola’s.
A: Misschien neem ik daarna nog een ijsje.

Snackbar