Gesprek 12: Probleme

Inmiddels zijn jullie in Hotel Wiesengrün. Helaas zit jullie kamer aan de straatkant waardoor er veel lawaai is en jullie hebben geen föhn. Je gaat naar de receptie om de problemen op te lossen. Voer het volgende gesprek. Natuurlijk in het Duits.

A: Begroet de receptioniste en zeg dat er een probleem is.
B: Oh, wie kann ich Ihnen helfen?
A: Zeg dat jullie kamer aan de straatkant is en dat dat heel lawaaierig is. Vraag of ze een andere kamer hebben.
B: Ja, wir haben noch ein Zimmer auf der Gartenseite frei. Das kostet aber 15 € pro Nacht mehr. Möchten Sie lieber das?
A: Zeg dat je dat eerst met je ouders moet bespreken.
B: Gut.
A: Zeg dat er ook geen föhn op de kamer is.
B: Das stimmt. Sie können sich einen Fön hier an der Rezeption ausleihen.
A: Vraag of je dat moet reserveren.
B: Ja, das ist besser.
A: Reserveer de föhn voor de volgende ochtend. Zeg dat je zo terug bent.
B: Gut, bis gleich.

Probleme