Op de camping kom je een meisje/een jongen tegen. Nadat jullie met elkaar kennis hebben gemaakt, praten jullie over jullie interesses. Voer met elkaar het volgende gesprek. Natuurlijk in het Duits.
A: Jij kunt goed zwemmen!
B: Ja, ik ben ook bij een zwemvereniging. Doe jij iets aan sport?
A: Ja, ik tennis.
B: Wow, dat kost zeker veel tijd?
A: Ja, ik tennis 3 keer per week, op dinsdag, woensdag en vrijdag. En op zondag heb ik vaak een toernooi.
B: Ik train 2 keer per week, op maandag en woensdag. Soms heb ik op zaterdag een wedstrijd.
A: Ben je goed?
B: Het gaat wel. Welke muziek vind je leuk?
A: Ik houd van … (vul zelf een band of zanger/es in).
B: Dat is ook mijn lievelingsband/-zanger/es!
A: Cool! Ik heb de nieuwe single op mijn iPod. Kom hier.
![]() |
Interesses |