Zeg dat dat een grote stad in Nederland in de provincie Zuid-Holland is.
Vertel dat Den Haag aan de Noordzee ligt en dat daarom veel toeristen naar Den Haag komen.
Vertel dat in Den Haag de regering zit. En ook de koning en de koningin hebben een paleis in Den Haag.
Vertel dat er in den Haag zo’n 500.000 mensen wonen.
Noem enkele bezienswaardigheden: het binnenhof met de troonzaal, het Vredespaleis, Madurodam, het Escher-museum.
Vertel dat je in het centrum goed kunt winkelen, dat er veel terrasjes en restaurants zijn, bioscopen en een zeeaquarium in Scheveningen.
Zeg dat Den Haag een internationale stad is, dat er veel internationale bedrijven en organisaties gevestigd zijn en dat er veel verschillende culturen leven.