Spreekbeurt 2: Meine Hobbys
Je beschrijft je hobby's.
- Zeg dat je twee hobby’s hebt: fotograferen en tennissen.
- Vertel dat je al 3 jaar tennist.
- Zeg dat je twee keer per week traint (op maandag en donderdag).
- Zeg dat een training 2 uur duurt, maar dat is met opwarmen.
- Zeg dat je goed speelt en dat je trainer met je tevreden is.
- Vertel dat je vaak op zondag een wedstrijd hebt.
- Zeg dat je tot nu toe één toernooi hebt gewonnen en dat je 2 keer tweede bent geworden.
- Zeg dat je heel graag tennist, dat je het een leuke sport vindt en dat je veel vrienden hebt die ook tennissen.
- Vertel dat je een Canon fotocamera hebt.
- Zeg dat je het liefst mensen fotografeert.
- Zeg dat je ook op vakantie veel foto’s maakt.
- Zeg dat je het leuk vindt om daarna van die foto’s een album te maken. Dat doe je op de computer. Zeg dat dat altijd mooie herinneringen zijn.
- Zeg dat je misschien later fotograaf wilt worden.
En nu jij!
Maak nu een spreekbeurt over je hobby's
Verwerk daarin de volgende gegevens:
- wat je hobby is/je hobby’s zijn
- als het een bijzondere hobby is, hoe het in zijn werk gaat, spelregels, wat je er voor nodig hebt o.i.d.
- hoe lang je dat al doet
- hoevaak, waar en met wie je dat doet
- welke successen je al had
- wat je er zo leuk aan vindt en waarom
- eventuele voorbeelden
- wat je er later mee wilt doen
Schrijf nog minimaal drie andere zinnen op met informatie over jouw hobbys.
Houd de spreekbeurt in de klas of in een groepje.