Inleiding:
Wanneer iemand oud is en nog maar weinig kan zijn er regelmatig mensen die vragen: “Wat heeft die nou nog voor kwaliteit van leven?” Jullie zullen misschien zelf in de praktijk ook mensen zien die veel hebben moeten inleveren en waarbij je je niet kunt voorstellen dat diegene nog iets heeft om voor te leven. Moeilijk is dat. Je denkt altijd vanuit je eigen belevingswereld.
Mw. Jenniskens maakt ook een erg moeilijke tijd mee. Ze woont in een verpleeghuis, kan zichzelf niet meer goed duidelijk maken, is afhankelijk van de zorg van anderen. In deze Les gaan jullie kijken naar het begrip kwaliteit van zorg.
Programma:
· Een onderwijsleergesprek over kwaliteit van leven. De volgende onderdelen komen aan bod:
o De aspecten voor kwaliteit van leven worden geïnventariseerd en besproken.
o ‘De goede dood’
o Meetinstrumenten voor kwaliteit van leven
o Referentiekader
· Iedere student vertelt kort wat over het gehouden gesprek met een persoon met een chronische ziekte. Wat zijn daar de overeenkomsten in? Welke aspecten zijn belangrijk?
· ‘Beoordeel’ in een groepje van vier, tweede en derdejaars, de kwaliteit van leven van Mw. Jenniskens. Bedenk daarbij ook vragen die je aan Mw. Jenniskens zou willen vragen over haar kwaliteit van leven, bijvoorbeeld dingen die je niet uit de casus kunt halen.
Laat op een flap jullie overwegingen zien. Deze worden klassikaal nabesproken. Zorg dat de flap er aantrekkelijk uitziet.