In de Les

Werk tijdens de eerste 45 minuten in een subgroep de volgende vragen uit:

1.      Wat voor een soort groep is beschreven in de casus en motiveer je antwoorden.
Kies uit: Primair of secundair
Taakgericht of procesgericht
Formeel of informeel
Homogeen of heterogeen
Open of gesloten

2.      Formuleer een doel van deze groep zorgvragers en motiveer je antwoord.

3.      Wat kunnen individuele doelen van zorgvragers die te maken hebben met begeleiding?

4.      Welke normen en waarden kom je tegen bij de groep zorgvragers die jij verzorgd? En welke bij de groep zorgvragers uit de casus?

5.      Geef een definitie van een leefklimaat van een groep.

6.      Beschrijf het leefklimaat van de groep waar jij nu voor werkt en kijk naar de volgende aspecten;
-          Sfeer
-          Regels
-          Elkaar aanspreken
-          Reageren op de ander
-          Elkaar helpen
-          Veiligheid
-          Manier van omgaan met elkaar


De docent bespreekt tijdens de laatste 45 minuten de opdracht en geeft informatie over:
-          Kenmerken van groepen
-          De verschillende soorten groepen
-          De invloed van groepsregels en groepsnormen
-          Waarom mensen zich aansluiten bij groepen
-          Het spanningsveld tussen individu en een groep
-          Kenmerken van taakgerichte, relatie(proces)gerichte, persoons- of ik-gerichte rollen in de groep.
-          De betekenis van het leefklimaat