Na het doorwerken van deze paragraaf kun je:
als je van een driehoek twee hoeken weet, de grootte van de derde hoek uitrekenen (som van de hoeken 180°).
de eigenschappen van een gelijkbenige, gelijkzijdige en een rechthoekige driehoek noemen.
als de lengte van twee zijden van een rechthoekige driehoek bekend zijn, met de stelling van Pythagoras de lengte van de derde zijde uitrekenen.
oppervlakte van een driehoek uitrekenen.
kun je lengtes van alle zijden en de oppervlakte uitrekenen als een figuur wordt vergroot of verkleind.