Persoonsvorm
Is het nu met een -d of een -t?
Dat wordt lastig, wanneer de persoonsvorm net zo klinkt als het voltooid deelwoord.
Voorbeeld:
Werkwoord: gebeuren
1. Het is nu eenmaal ...............
Voltooid deelwoord, regel: langer maken: je zegt gebeurde, dus met een -d, gebeurd.
2. Er ................ hier altijd wel iets.
Persoonsvorm bij hij, regel: stam+t.
Stam van gebeuren = gebeur (-en eraf) +t, dus gebeurt.
Maak de invulzinnen van onderstaande oefeningen. Kijk steeds goed of het een persoonsvorm is of een voltooid deelwoord, en pas de juiste regel toe.
Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.
Hieronder staan video's die goed passen bij dit thema.
Bekijk de video's. Kun je de video's goed volgen?
Bespreek de inhoud van de video's met een klasgenoot.
Werkwoorden in de tegenwoordige tijd
Let op:
Als je de video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop.