Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kan ik:
- (minimaal) drie voorbeelden van bedrijfskosten noemen.
- (met behulp van een voorbeeld) duidelijk maken wat afschrijvingskosten zijn en kan ik in verschillende situaties de afschrijvingskosten berekenen.
- (met behulp van voorbeelden) duidelijk maken wat het verschil is tussen constante kosten en variabele kosten.