Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
- (met behulp van voorbeelden) uitleggen wanneer iemand wel en wanneer iemand niet tot de beroepsbevolking behoort.
- (met behulp van voorbeelden) duidelijk maken dat de omvang van de beroepsbevolking steeds verandert.
- het begrip baanmobiliteit omschrijven en een factor noemen die van invloed is op de baanmobiliteit.