Wat kan ik straks?

Aan het eind van het thema kun je:
- omschrijven wat de arbeidsmarkt is.
- (met behulp van een voorbeeld) uitleggen wat het verschil is tussen de vraag naar arbeid in personen en de vraag naar arbeid in volledige banen.
- (met behulp van een voorbeeld) uitleggen wat het verschil is tussen een krappe (gespannen) arbeidsmarkt en een ruime arbeidsmarkt.
- omschrijven wat het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen is en wat het verschil is tussen het UWV en een commercieel uitzendbureau.
- omschrijven wat wordt verstaan onder werkgelegenheid.
- (met behulp van een voorbeeld) duidelijk maken dat de vraag naar arbeid kan veranderen.
- duidelijk maken wanneer een particulier bedrijf een werknemer wel of niet in dienst zal nemen.
- (met behulp van voorbeelden) uitleggen wanneer iemand wel en wanneer iemand niet tot de beroepsbevolking behoort.
- (met behulp van voorbeelden) duidelijk maken dat de omvang van de beroepsbevolking steeds verandert.
- het begrip baanmobiliteit omschrijven en een factor noemen die van invloed is op de baanmobiliteit.
- (met voorbeelden) duidelijk maken wat bedoeld wordt met vrijwilligerswerk.
- twee redenen noemen waarom mensen aan vrijwilligerswerk doen.
- (met behulp van voorbeelden) uitleggen wat het verschil is tussen de formele sector en de informele sector.
- het begrip zwartwerken omschrijven.