 Duurzaam omgaan met voedsel

Voedsel vraagstuk

Duur thema

8 lesuren

Leerinhoud (wat?)

Gastles voedselbank

Inventarisatie voedselafval thuis.

Verpakking uitpluizen. Bedenk een alternatief.

Verschil biologisch (dynamisch)-regulier

Leeractiviteit (hoe?)

Hier gaat het om, moet de leerling het kunnen:

  • Herkennen
  • Benoemen/verwoorden
  • Toepassen
  • Maken/ontwikkelen
  • Plannen en organiseren

 

De leerling krijgt de mogelijkheid een donatie te doen aan de voedselbank (iets doen voor een ander).

De leerling kan alternatieven geven voor het weggooien van voedsel en overbodig verpakkingsmateriaal.

INFORMATIE OVER GEZOND EN DUURZAAM ETEN
In dit document staan in het kort de hoofdthema’s beschreven die helpen om gezond en duurzaam te
eten. Bij elk thema staat een link naar meer informatie.


Thema 1: Gezond en duurzaam eten
Hoe eet ik gezond en duurzaam? Die vraag krijgt het Voedingscentrum steeds vaker. Een handig
hulpmiddel is ook hierbij: De Schijf van Vijf. Want gezond eten is in grote lijnen ook duurzaam.


Veel plantaardige producten: groente, fruit en granen
De grootste vakken in de Schijf van Vijf zijn voor groente, fruit en graanproducten (zoals brood).
Dat sluit aan bij het advies van de Gezondheidsraad over gezond eten met minder ecologische impact:


Eet minder dierlijke en meer plantaardige producten.
Dus minder vlees en zuivel en méér volkoren graanproducten, peulvruchten, groenten, fruit en
plantaardige vleesvervangers. Deze leveren veel gezonde voedingstoffen en relatief weinig
calorieën. Zij verlagen het risico op hart- en vaatziekten. En: het zijn duurzame keuzes. De
productie van granen, groente en fruit is minder milieubelastend dan die van vlees en zuivel.


Niet te veel
Daarnaast is er natuurlijk het advies: eet niet te veel en beweeg. Met kleinere porties en minder
snoep en snacks is niet alleen gezondheidswinst te boeken, maar ook milieuwinst.
Meer informatie over gezond eten en het milieu op de website van het Voedingscentrum.

Thema 2: Veilig eten
Het eten in Nederland is heel veilig. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) houdt
toezicht op de productie en distributie van eten en drinken. Honderd procent veiligheid bestaat
niet. Jaarlijks lopen ongeveer een half miljoen Nederlanders een voedselvergiftiging op. Slechte
hygiëne is meestal de oorzaak. Kennis over het veilig omgaan met eten, kan ziekte voorkomen, maar
ook voedselverspilling. Eten dat niet op de juiste manier bewaard of gekookt is, eindigt het
sneller in de vuilnisbak.
Meer informatie over veilig eten op de website van het Voedingscentrum.

Thema 3. Voedselverspilling
Per persoon verspillen we gemiddeld 40 kilo voedsel per jaar. Dat kost ons jaarlijks ongeveer € 135
per persoon en ruim € 300 per huishouden. Bovendien verspillen we hiermee ook alle energie om het
eten te produceren. Het gaat daarbij niet alleen om de uitstoot van broeikasgassen door productie
en het transport, maar ook om alle uitstoot tijdens de productie. En het gebruik van land-, water-
en grondstoffen (zoals fossiele brandstoffen). Minder verspillen is dus ook een goedkope,
gemakkelijke  stap die we kunnen nemen om duurzamer te leven.
meer informatie over voedselverspilling op de website van het Voedingscentrum.


Thema 4: Duurzaam eten
Voedselkwaliteit gaat over de meerwaarden van voedsel. Bijvoorbeeld waarden als dierenwelzijn en
natuurbehoud. Bij het kopen van eten kun je rekening houden met de invloed van eten op zaken als
energie (klimaat), land- en watergebruik, eindige grondstoffen en biodiversiteit. Kiezen met oog op
voedselkwaliteit, dat is duurzaam kiezen. Daaronder valt ook een meerwaarde als ‘eerlijke handel’,
omdat deze zorgt voor een eetpatroon en een productiewijze die rekening houdt met toekomstige
generaties en mensen die elders wonen. Er zijn een aantal keurmerken die aangeven of bij de
productie rekening is gehouden met bepaalde zaken. Hieronder staat korte informatie over
meerwaarden en hoe je er bij de boodschappen rekening mee kunt houden.

•       Dierenwelzijn: Dierenwelzijn gaat over het leven dat dieren hebben en hoe ze verzorgd
worden. Bij dierenwelzijn gaat het om het lichamelijke én geestelijke welzijn van dieren.
Uitgangspunt hierbij is dat dieren gevoel hebben. Het EKO-keurmerk en het Beter Leven- kenmerk van
de Dierenbescherming staan voor een product waarbij dierenwelzijn zwaarder meewoog. Bij vis is er
het Marine Stewardship Council-keurmerk (Of MSC-keurmerk) en de Viswijzer.
•       Milieu en klimaat: Dit gaat over de invloed van wat je eet en drinkt op de lucht, het
water, de grond, dieren en mensen. In totaal ontstaat een derde van alle klimaatbelasting door het
maken en eten van voedsel. De belasting van dierlijke producten is groter dan die van plantaardige
producten. Groente en fruit hebben een relatief lage milieu-impact. Dat geldt vooral voor producten
uit de regio, die in de volle grond (dus in het juiste seizoen) gekweekt zijn. Je kunt bij de
boodschappen letten op streekproducten, seizoensproducten, het woord ‘biologisch’ en keurmerken
zoals Milieukeur, EKO, Demeter of het Europees biologisch keurmerk.
•     Natuurbehoud: Bij natuurbehoud gaat het om de zorg voor planten en dieren in de omgeving.
Dit kan gaan over lokale thema’s, zoals weidevogelbeheer. Maar ook over internationale thema’s. In
Nederland eten we relatief veel producten met ingrediënten uit Afrika, Azië en Zuid-
Amerika. Het grond(stoffen)- en watergebruik daar kan leiden tot ontbossing en het verdwijnen van
vruchtbare grond. Dat kan ervoor zorgen dat er in die landen niet meer genoeg eten is voor
de mensen die daar wonen. Of dat dieren hun leefruimte kwijtraken. Consumenten kunnen
letten op het MSC- -keurmerk op vis, het keurmerk ‘Erkend Streekproduct’, Beschermde Oorsprongs
Benaming of de woorden 'biologisch' en 'weidezuivel'.
•      Eerlijke handel: Hierbij spelen de volgende vragen een rol:
o  Krijgen producenten een eerlijke prijs?
o  Worden werknemers niet uitgebuit?
o  Is er sprake van eerlijke concurrentie?
o Bepalen multinationals de markt of hebben kleine ondernemingen een kans?
Het thema speelt bij producten die geproduceerd zijn in ontwikkelingslanden. Denk aan koffie,
thee, cacao, fruit en soja. De volgende keurmerken betekenen dat aan de arbeidsomstandigheden extra
aandacht is besteed: Max Havelaar - Fairtrade, Rainforest Alliance en Utz Certified. Fairtrade
garandeert daarnaast een redelijke prijs voor de boeren.

Hulp bij het kiezen
Het Voedingscentrum heeft een aantal handvatten voor consumenten die duurzamer willen kiezen.
Bijvoorbeeld:
•      Maak je boodschappenlijstje bewust
•       Bereken je Voedselafdruk en krijg persoonlijke verbetertips
•      Gebruik een spiekbriefje!


Thema 5: Smaak
Bewust kiezen voor gezond en duurzaam eten, betekent ook: eten met aandacht en smaak. Er zijn 4
hoofdsmaken: zoet, zuur, zout en bitter. Hierover is consensus bij onderzoekers. Er is discussie
over andere hoofdsmaken: metaalsmaak, zeepsmaak en umami. Mineraalwater met veel ijzer en rood
vlees (dus met veel bloed), smaken metalig. En koriander, marjolijn en melk smaken een beetje
zepig. Umami proef je in producten met glutamaat (E621), zoals bepaalde soorten bouillon en
oosterse gerechten.

Hoeveel smaken er ook zijn, er is wetenschappelijke consensus over het feit dat veel verschillende
producten proeven gezond is. Het maakt het gemakkelijker om je te houden aan regel 1 van de Schijf
van Vijf: eet gevarieerd.

Bereiden van een duurzame maaltijd

Format thema duurzame maaltijd bereiden 2

voorbereidende deel duurzame maaltijd

Afbeeldingsresultaat voor insecten etenAfbeeldingsresultaat voor insecten eten

maak iets lekkers van insecten
Bij het voedingscentrum zijn er verschillende recepten die je van insecten kan maken