De volgende onderdelen van ademhalingsstelsel in afbeeldingen aanwijzen: neusholte, keelholte, strottenklepje, luchtpijp, long, bronchiën, longblaasje.
De functie van de onderdelen van het ademhalingsstelsel beschrijven.
Omschrijven hoe het inademen en uitademen werkt.
Omschrijven hoe de gasuitwisseling tussen longblaasjes en het bloed verloopt.
Aangeven uit welke gassen lucht is opgebouwd.
Omschrijven wat astma is.
K11 Prikkels en impulsen
Omschrijven met welke zintuigen je welke prikkels kunt waarnemen.
De begrippen adequate prikkel, prikkeldrempel en gewenning omschrijven.
Omschrijven wat impulsen zijn.
Het verschil omschrijven tussen een bewuste reactie en een onbewuste reactie (reflex).
K11 Horen
De verschillende onderdelen van het oor in een afbeelding aanwijzen.
Van de verschillende onderdelen van het oor de functie omschrijven.
De werking van het oor uitleggen.
Het begrip geluidssterkte omschrijven en de maat voor geluidsterkte noemen.
K11 Ruiken en proeven
Aangeven welke organen een rol spelen bij het proeven.
De onderdelen van het reukzintuig in een afbeelding aanwijzen.
De functie van de onderdelen van het reukzintuig omschrijven.
De werking van de neus omschrijven.
De onderdelen van het smaakzintuig benoemen en hun functie omschrijven.
De werking van het smaakzintuig omschrijven.
De smaken die de tong kan waarnemen noemen.
K11 Zenuwstelsel
Benoemen uit welke onderdelen het zenuwstelsel bestaat.
De drie type zenuwcellen omschrijven.
De weg van de impulsen bij een bewuste reactie beschrijven.
Omschrijven wat een reflex is.
De weg van de impulsen bij een onbewuste reactie beschrijven.
K10 Infectie bacteriën en virussen en K9 Medicijnen
Minimaal twee voorbeelden van ziektes noemen die door infecties van bacteriën en virussen ontstaan.
Het nut van wel of niet toedienen van antibiotica bespreken.
Vaardigheden
Aan het eind van dit thema kun je:
Een onderzoek/practicum uitvoeren en daarvan een verslag maken.
Het resultaat van een opdracht presenteren met behulp van een animatie.
Met de begrippen uit een opdracht een kruiswoordpuzzel maken.