Wat ga ik leren?
Kennis
K6 Skelet en bewegen
- De functies van een (inwendig of uitwendig) skelet beschrijven.
- Van dieren aangeven of ze een inwendig of een uitwendig skelet hebben.
- Minimaal twee voorbeelden geven dieren die geen skelet hebben.
- Uitleggen hoe dieren zonder skelet aan hun stevigheid komen.
- Aan de bouw van poten zien of een dier een teenganger, hoefganger of zoolganger is.
K6 Ademhaling bij dieren
- Omschrijven welke organen organismen gebruiken om zuurstof op te nemen en koolstofdioxide af te geven.
- Insecten gebruiken tracheeƫn.
- Vissen gebruiken kieuwen.
- Amfibieƫn gebruiken longen, kieuwen en de huid.
- Reptielen, vogels en zoogdieren gebruiken longen.
- Omschrijven wat ademhaling, verbranding en fotosynthese met elkaar te maken hebben.
K11 Kijken
- De onderdelen van het oog aanwijzen in een afbeelding.
- De functie(s) van de onderdelen van het oog beschrijven.
- De werking van het oog uitleggen.
- Omschrijven hoe het oog wordt beschermd tegen vuil.
K12 Voortplanting bij dieren
- Met behulp van voorbeelden duidelijk maken wat het verschil is tussen inwendige en uitwendige bevruchting.
- Aangeven welke groepen dieren eieren leggen.
Vaardigheden
Aan het eind van dit thema kun je:
- Het skelet van een mens vergelijken met een skelet van een dier.
- Kenmerken van een klasse dieren opzoeken met behulp van filmpjes en internetbronnen.
- Een natuurgetrouwe tekening maken van een oog.
- De opgedane kennis over een onderwerp presenteren door vragen (+ antwoorden) over het onderwerp te maken.