Wat ga ik leren?
Kennis
K9 Voedingsstoffen en voedingsmiddelen.
- De verschillende voedingsstoffen noemen.
- De verschillende functies (bouwstoffen, brandstoffen, beschermende stoffen en reservestoffen) van voedingsstoffen onderscheiden.
- Duidelijk maken wat het verschil is tussen een voedingsstof en een voedingsmiddel.
- Omschrijven wat de 'Schijf van Vijf' is en van voedingsmiddelen aangeven bij welke groep van de 'Schijf van Vijf' ze horen.
K6 Wat gebruik je van een plant?
- Minimaal vier voorbeelden noemen van voedingsstoffen noemen die een plant maakt van glucose.
- Met behulp van voorbeelden omschrijven wat groenten zijn en waarom groenten gezond zijn.
- Met behulp van voorbeelden omschrijven wat vruchten zijn en waarom vruchten gezond zijn.
- Met behulp van voorbeelden omschrijven wat noten zijn en waarom noten gezond zijn.
- Minimaal twee grondstoffen noem die planten kunnen leveren.
K9 Voeding, energie en gewicht
- De begrippen energiebehoefte en energieopname omschrijven.
- Aangeven van welke factoren je energiebehoefte afhangt.
- Uitleggen waarom duursporters veel koolhydraten moeten eten.
- Omschrijven wat wordt bedoeld met BMI en je eigen BMI berekenen.
K9 Spijsverteringsstelsel
- De verschillende organen van het spijsverteringsstelsel noemen en in een afbeelding aanwijzen.
- De functie van de verschillende organen in het spijsverteringsstelsel omschrijven.
- De bouw van tanden en kiezen beschrijven.
- Omschrijven hoe je tandbederf (gaatjes en ontstekingen) tegengaat.
K9 Verteren
- Het verschil tussen mechanische en chemische vertering omschrijven.
- Omschrijven wat een enzym is en hoe deze werkt.
- De plekken in het verteringsstelsel noemen waar verteringssappen worden aangemaakt.
- Van de verschillende verteringssappen aangeven wat de functie is.
- De plekken in het spijsverteringskanaal noemen waar enzymen worden toegevoegd.
Vaardigheden
Aan het eind van dit thema kun je:
- Productinformatie op de verpakking een voedingsmiddel aflezen.
- Enkele voedingstoffen aantonen in voedingsmiddelen met indicatoren.
- Een onderzoek/practicum uitvoeren en daarvan een verslag maken.
- Een gezonde lunch maken op basis van de 'Schijf van Vijf'.
- De resultaten van een opdracht verwerken met behulp van bijvoorbeeld (digitale) flipcards.
- Een tandformule maken.