Zuurstof
Molecuul bestaat uit twee zuurstofatomen; gas dat ontstaat bij fotosynthese in planten en nodig is voor verbranding.
|
Ademen
Opnemen van zuurstof en uitscheiden van koolstofdioxide (koolzuurgas), inademen en uitademen, met behulp van longen, kieuwen of tracheeën. Vorm van gaswisseling.
|
Inademen
Middenrif trek samen, borstkas wordt groter, longen zuigen lucht aan.
|
Uitademen
Middenrif ontspant, borstkas wordt kleiner, longen geleiden lucht naar buiten.
|
Longen
Organen die betrokken zijn bij het in- en uitademen en het opnemen van zuurstof en afgeven van koolstofdioxide.
Onderdeel van het ademhalingsstelsel. Uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide vindt plaats in de longen tussen longblaasjes en bloed.
|
Longvlies
Vlies dat samen met het borstvlies de longen met de ribbenkast verbindt, doordat de vliezen vacuüm aan elkaar zitten gezogen.
|
Borstvlies
Vlies dat samen met het longvlies de longen met de ribbenkast verbindt, doordat de vliezen vacuüm aan elkaar zitten gezogen.
|
Luchtpijp
Buis met kraakbeenringen die de mondholte verbindt met de bronchiën, waardoor lucht naar binnen en buiten stroomt.
|
Vertering
Het afbreken van voedsel tot kleine door het lichaam opneembare deeltjes.
|
Verbranding
Chemisch proces waarbij energie vrijkomt uit glucose en zuurstof.
|