4 kaartjes van karton per groepje Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...) of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
Schaar en lijm
Printer
Tekenmateriaal
Het dierenrijk bestaat uit allerlei afdelingen, klassen en soorten.
Dieren kun je verdelen in twee groepen: ongewervelde en gewervelde dieren.
Gewervelde dieren hebben een inwendig skelet hebben en een wervelkolom.
De gewervelde dieren kun je verder indelen in vijf klassen: vissen, amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren.
Je werkt in groepjes.
Overleg met je docent welke klasse jouw groep gaat onderzoeken.
Ga op zoek naar kenmerken over jullie klasse.
Daarna maak je een kwartet (vier kaartjes).
Bekijk dan de filmpjes waarin informatie wordt gegeven over jullie klasse.
Noteer de kenmerken van de klasse die je hoort en ziet.
Let daarbij op:
koudbloedig of warmbloedig
de huid
de manier van voortplanten (inwendig of uitwendig en wel of geen eieren)
de manier van ademhalen
de omgeving waar ze leven
Noteer de soorten die je in het filmpje hoort en ziet.
Maak nu het kwartet. Een kwartet bestaat uit 4 kaartjes van verschillende soorten dieren die tot jullie klasse behoren.
Op elk kaartje komt:
een afbeelding (geprint of getekend) van het dier
de naam van de soort
4 kenmerken van de klasse
Geef één van de 4 kenmerken een afwijkend kleurtje.
Overleg met je docent wie de kaartjes kopieert (zo mogelijk in kleur). Knip de kaartjes samen uit.
Je krijgt in je groepje van alle klassen een kwartet.