Je hebt een glazen potje met een waxinelichtje erin.
Wat gebeurt er als je een deksel op de pot schroeft?
Juist! Het kaarsje gaat uit.
De kaars heeft zuurstof nodig om te kunnen branden.
Door het deksel zal de zuurstof opraken en het kaarsje dooft.
Je weet dat bij verbranding koolstofdioxide vrijkomt.
De indicator voor koolstofdioxide is helder kalkwater.
Een indicator is een stof die een ander stof kan aantonen.
Helder kalkwater wordt troebel als er koolstofdioxide aanwezig is.
In dit practicum laat je een kaars branden in een glazen potje.
|
Vul de antwoorden hieronder in.