Begrippenlijst

Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.

Bacterie
een eencellig organisme.

Eencellig organisme
Organisme bestaande uit één cel.

Celkern
Het deel van een cel dat erfelijke informatie (chromosomen) bevat.

Generatietijd
De tijd die nodig is voor een verdubbeling van het aantal bacteriën.

Sporen
Voortplantingscellen van schimmels en sporenplanten.

Melkzuurbacterie
Melkzuurbacteriën zetten suikers in melkzuur om en is een bacterie die gebruikt wordt om producten zoals yoghurt, karnemelk en zuurkool te maken.

Virussen
Een stukje DNA met eiwit eromheen dat organismen ziek kan maken. Een virus is geen organisme, omdat het geen levensverschijnselen vertoont.

Eiwitmantel
Dit is het laagje eiwit dat om een virus heen zit.