Volgens richtlijnen van de Europese Commissie mag drinkwater niet meer dan50 mg nitraationen per liter bevatten.
Om na te gaan of drinkwater voldoet aan de richtlijnen van de EuropeseCommissie kan de concentratie van deNO3-–ionen worden bepaald met behulpvan de reactie vanNO3-–ionen met een reagens.Voor deze bepaling is een oplossing nodig waarvan de concentratie van deNO3-–ionen bekend is.
Uitgaande van de oplossing met een bekende nitraatconcentratie wordt doorverdunning een aantal oplossingen gemaakt. Bij de bepaling wordt steedsdezelfde hoeveelheid van een reagensoplossing in overmaat toegevoegd aan10,0 mL nitraatoplossing. Hierbij ontstaat een geelgekleurde oplossing.
De intensiteit van de gele kleur van de verkregen oplossing wordt gemeten met eenzogenoemde colorimeter. In diagram 1 is het verband weergegeven tussen deconcentratie van de nitraationen in de kleurloze nitraatoplossing en de intensiteitvan de gele kleur van de oplossing die is ontstaan na menging met de reagensoplossing.
Aan 10,0 mL van het te onderzoeken drinkwater werd dezelfde hoeveelheid vande reagensoplossing toegevoegd die werd gebruikt bij de bepalingen waarmeebovenstaand diagram werd verkregen.
De intensiteit van de gele kleur van de verkregen oplossing was 0,31.Uit deze meting is af te leiden of dit drinkwater voldoet aan de richtlijnen van deEuropese Commissie.
In gebieden waar het nitraatgehalte van het grondwater te hoog is, kan mendrinkwater verkrijgen dat voldoet aan de richtlijn, door dit grondwater te mengenmet water met een lager nitraatgehalte.
Een waterleidingbedrijf maakt bij de bereiding van drinkwater gebruik vangrondwater met een nitraatgehalte van 92 mg per liter. Het bedrijf mengt ditgrondwater met water met een nitraatgehalte van 12 mg per liter in devolumeverhouding 1,0 : 3,0.