Ter voorbereiding van deze les ga je je verdiepen in de microscoop. De microscoop werkt met een lichtje aan de onderkant, officieel heet de microscoop die je op school gaat gebruiken dan ook een lichtmicroscoop. De microscoop helpt je bij het bekijken van iets wat je niet met het 'blote' oog kunt zien.
Ter voorbereiding op de les doe je 3 dingen:
Maak de onderstaande oefenopdracht
Test of je alles onthouden hebt:
Maak de onderstaande oefening.
Het oculair en de revolver
De microscoop werkt met 2 lenzen. De eerste lens is het oculair, de tweede lens is een objectief en zit in de revolver. Aan de revolver zitten 3 objectieven. De eerste lens is rood en heeft een vergroting van 4 keer. De tweede lens is geel en vergroot 10 keer. De derde lens is blauw en vergroot 40 keer. Op de vierde plek van de revolver zit een kapje, dit is de opbergstand van de microscoop. Door aan de revolver te draaien kun je verschillende lenzen onder elkaar zetten. Het is belangrijk dat je een klikje hoort na het draaien, dan staan de lenzen recht boven elkaar en kun je er doorheen kijken. in de tabel hieronder zie je een overzicht van de vergrotingen die je met de microscoop kunt maken.
Oculair | Objectief |
Vergroting |
10 x | rood 4 | 10 x 4 = 40 keer |
10 x | geel 10 | 10 x 10 = 100 keer |
10 x | blauw 40 | 10 x 40 = 400 keer |