Voorkennis: Rekenen

Vermenigvuldig je met 10, dan schuift de komma 1 naar rechts.

Vermenigvuldig je met 100, dan schuift de komma 2 naar recht.

 

Deel je door 10, dan schuift de komma 1 naar links.

Deel je door 100, dan schuift de komma 2 naar links.

In een verhoudingstabel mag je boven en onder met hetzelfde getal vermenigvuldigen of door hetzelfde getal delen.

Verhoudingstabel: Wat je boven doet, doe je onder ook.