Persoonlijk voornaamwoord

Een persoonlijk voornaamwoord vervangt een zelfstandig naamwoord en verwijst naar een persoon, dier, ding.

Voorbeeld: Hij is gek op zijn vriendin, hij heeft haar zelfs een vriendschapsring gegeven. Die vind jij heel mooi, want het is dezelfde als die van jou.

Let op: het woord 'die' in bovenstaande zinnen is NIET geel. Dit zijn aanwijzende voornaamwoorden.

Persoonlijke voornaamwoorden:

Als onderwerp in een zin:

ik

jij/je/u

zij/ze

het

wij/we

jullie/u

zij/ze

 

Als ander zinsdeel:

mij/me

jou/je/u

hem

haar/ze

het

ons

jullie/u

hen/hun/ze

persoonlijk voornaamwoord

Een korte oefening.

Noteer in je schrift het persoonlijk voornaamwoord.

1. Ik zag hem naar de bakker lopen.

2. Hij haalde daar een volkoren brood.

3. Hij at het ter plekke op.

4. Daarna ging hij naar zijn zusje toe.

5. Zij kreeg alleen nog maar een kruimeltje van hem.

6. De volgende keer zal ik u het verhaaltje niet meer vertellen.