Voortplanting

Een drieling

Voortplanting

 

Voortplanting is een noodzakelijk en belangrijk onderdeel van de melkproductie. Zonder regelmatige geboortes, waarbij de koe melk produceert om haar kalf te voeden, is het onmogelijk om de gewenste hoeveelheid melk te produceren. Ook is het belangrijk om voldoende kalveren te hebben ter vervanging, zodat de veestapelgrootte kan worden gehandhaafd of uitgebreid.

 

Tegenwoordig is het gebruikelijk om kunstmatige inseminatie (KI) te gebruiken in plaats van een stier. Met KI heeft men een betere controle op de inseminatie en kan de veehouder sperma gebruiken van goede stieren overal ter wereld om genetisch betere koeien te fokken. Maar tegelijkertijd groeit ook de behoefte om beter te plannen, goede gestructureerde werkroutines te volgen en goed te observeren. Een andere manier om een koe te bevruchten is met behulp van embryotransplantatie (ET). Tot nu toe wordt het nog niet veel gebruikt, maar verwacht wordt dat het in de toekomst een belangrijke bevruchtingsmethode zal worden. Het grote voordeel van embryotransplantatie is dat het mogelijk is om meer kalveren van een goede koe te krijgen.

De voortplantingscyclus

Zolang een koe of een vaars niet drachtig is zal ze normaal gesproken een 21-daagse cyclus hebben. De lengte van de cyclus kan variëren, maar ligt meestal tussen de 17 en 24 dagen. Bij een vaars is de cyclus vaak iets korter dan bij een koe. De cyclus zet zich voort totdat de koe drachtig is. Na het afkalven hebben de koeien meestal gedurende een periode van 20 tot 30 dagen geen cyclus. Bij hoogproductieve koeien kan deze periode langer duren, omdat ze niet genoeg energie kan opnemen om volledig te kunnen produceren. Door haar vruchtbaarheid uit te stellen beschermt de koe zichzelf.

 

Tochtwaarneming   

http://du.delaval.nl/NR/rdonlyres/4DA6C8D0-F606-4FBF-AEFD-52ACA66BD6CA/0/Reproduction_c.jpgDe meest sexueel intensieve periode van de vruchtbaarheidscyclus is tijdens de staande tocht, die ongeveer 18 uur duurt. In ligboxenstallen is deze periode herkenbaar doordat de tochtige koe onbeweeglijk stil staat als zij door een andere koe of stier besprongen wordt. De tochtperiode varieert van dier tot dier, maar ongeveer 10 tot 12 uur na het einde van de staande tocht, laat het eitje los (ovulatie) en is de tocht beëindigd.

 

-Loeien
-Verhoogde activiteit
- Likken/Snuffelen
- Gezwollen en rode vulva
- Bespringen van andere koeien
- Lagere melkgift
- Verminderde voeropname

-Tijdstip van insemineren

Met kunstmatige inseminatie (KI) wordt het tijdstip van het insemineren belangrijk. De optimale tijd van insemineren hangt af van de ovulatie in relatie tot de tocht en hoe lang het sperma levensvatbaar is. Het meeste sperma blijft 24 uur goed. De eicel is maar 4 uur levensvatbaar en daardoor het meest kritieke punt. Daarom is het belangrijk dat levensvatbaar sperma tijdens de ovulatie in de eileider aanwezig is. Zoals in de figuur hieronder te zien is, vindt de ovulatie normaal gesproken 30 uur na de staande tocht plaats.

Er zijn hoofdzakelijk twee regels voor het tijdstip van de inseminatie. Van oudsher gebruikten de veehouders de morgen-avond regel. Deze regel schrijft voor dat koeien en vaarzen waarbij de tocht ´s morgens voor het eerst waargenomen is, dezelfde avond geïnsemineerd moeten worden. Koeien en vaarzen waarbij de eerste tocht ´s avonds wordt waargenomen, moeten de volgende morgen worden geïnsemineerd.
Dit is nog steeds een goede regel, maar veel veehouders zijn nu overgegaan op eens-per-dag inseminatie. Deze regel schrijft voor dat koeien en vaarzen waarbij de tocht wordt waargenomen in de avond of de volgende morgen, later die dag moeten worden geïnsemineerd. 

(gecompliceerde) liggingen