Stap 5: Wie is de ware leider?

Anton Mussert

Colijn of Mussert: wie is de ware leider?
In de Canon van de Nederlandse geschiedenis lees je:
“Er kwam een nieuwe politieke partij: de NSB.
Die vond onder meer dat de minister-president een echte baas moest zijn.
Toch veranderde er niet veel bij de verkiezingen.
De grote partijen bleven ongeveer even groot en de NSB klein.”

Hoe kan dat, terwijl er toch zoveel mensen slachtoffer werden van Colijns beleid?
Je zou juist verwachten dat Mussert, de leider van de NSB, erg veel aanhang kreeg, zoals in Duitsland wel gebeurde met Hitler.

Deelvraag 5: Waarom kreeg NSB-leider Mussert geen grote aanhang?

Achtergrondkennis:
Om de deelvraag te beantwoorden,
kun je informatie opzoeken over Mussert en zijn optreden in de politiek.
Raadpleeg hiervoor de volgende links:

Bronnen:
Om de deelvraag te beantwoorden, bestudeer je ook onderstaande bronnen.

Bron 1

Wil Colijn dicator worden?
Sommigen denken dat na een toespraak,
waarin hij kritiek heeft op de democratie en bewondering uit voor Mussolini, de Italiaanse dictator.
Colijn zei op 21 februari 1933 onder andere:

Toespraak
“Het parlement bemoeilijkt in menig land het regeren.
Dikwijls plaatst ze zich op de plaats van de overheid en vergeet ze eigen roeping en taak.
Vier jaar geleden had ik een gesprek met Mussolini, die mij vertelde van de toestanden, die geleid hadden tot de dictatuur.

Deze wees op de volslagen machteloosheid van de Regering en de oorzaken daarvan en zeide toen:
‘Over 25 jaar is het bij U net zo als hier.’

Ik heb toen geglimlacht, doch er zijn tekenen, die mij doen vrezen,
dat ook hier toestanden kunnen ontstaan die kunnen leiden tot een andere verhouding van Overheid en volk ...
Als het niet veranderen gaat, is het niet ondenkbaar, dat de orde zal moeten worden gehandhaafd ten koste van de vrijheid, want het ergste zou zijn als orde en vrijheid beide zouden verloren gaan...”

Colijn krijgt een langdurig applaus. De anti-revolutionairen houden van vrijheid, maar ook van gezag.
Maar het socialistische dagblad Het Volk spreekt wantrouwend over Colijn als over iemand die graag dictator wil worden.
Hierna volgen meerdere artikelen:

Artikelen
Ongeveer 50 hoogleraren van verschillende universiteiten vragen Colijn of hij zich aan het hoofd wil stellen van een nationale beweging, die op wil komen voor een krachtige handhaving van het gezag.
Colijn weigert. Hij blijft de christelijke partij trouw. Zijn antwoordt luidt: stem maar a.r.

De centrale a.r.-kiesvereniging Amsterdam schrijft in de verkiezingskrant Nederland en Oranje:
Lenin, Rykow en Stalin mogen de afschrikwekkende voorbeelden zijn, Mussolini en Hitler maken school.
Talloos velen in den lande redeneren, dat die twee elk op hun manier het toch maar aardig voor elkaar hebben gebracht!
Zoo moesten we het toch eigenlijk ook hier,
in ons vaderland zien in te richten en als vanzelf richten zich veler blikken naar Dr. Colijn,
dien men dan gaarne als een modernen Brinio (volksleider) op het schild wil verheffen.
Overigens voegt men eraan toe, dat Colijn geen ‘Mussolini- of Hitlerneigingen’ heeft.

Maar het socialistische dagblad Het Volk van 13 maart beweert met stelligheid:
Dit is echter onjuist. Colijn heeft nadrukkelijk verklaard, door Mussolini bekeerd te zijn.
En als Colijn door ‘talloos vele’ fascisten gekozen wordt,
zal hij de hem door fascisten verleende macht fascistisch bezigen.

De (liberale) Nieuwe Rotterdamsche Courant betoogt evenwel een week later:
Colijn is geen fascist en heeft dit nooit nadrukkelijk of zijdelings verklaard. Het is erkend noch gezegd.
Het is integendeel krachtig ontkend.

Vijf dagen vóór de verkiezingen op 26 april reist Colijn naar Utrecht om het sterke-man-verhaal de kop in te drukken.
De zaal is met gekleurde doeken en oranje-vaantjes versierd. Er staan leuzen op als:

  • A.R.-Utrecht trouw aan Colijn.
  • Gezag, Orde, Vrijheid.

Het verslag in De Standaard krijgt 22 april tot kop:
Het fabeltje van ‘den sterken man’ weersproken.
En men leest:

Verslag
Tot Colijns leedwezen heeft onlangs een c.h.-spreekster in Middelburg hetzelfde geluid (als de socialisten) doen horen, nl. alsof de a.r.-partij zou meedoen aan het geroep om een sterken man.

Zelfs wordt in de sociaal-democratische pers gezegd,
dat Dr. Colijn door Mussolini bekeerd zou zijn van parlementariër tot een aanhanger van de dictatuur.

Colijn wil dadelijk vooropstellen, dat hij niets tekort wil doen aan den Italiaanschen staatsman,
voor wien hij in menig opzicht groote waardeering heeft.
Maar Colijn is voor het importeeren van een dergelijk systeem op Nederlandschen bodem niet te vinden,
nu niet en nooit! (Applaus.)

 

Bron 2

Mussert groet zijn aanhangers in Amsterdam.
Klik op de link om een video te bekijken over Mussert. De video gaat over de opkomst van de NSB en de redenen waarom mensen de NSB wilden volgen.
Bekijk alleen de eerste 15 minuten.

TIP: Maak aantekeningen bij de foto en de video: Mussert als leider.
Maak een indeling: LEIDER JA / LEIDER NEE

 

Bron 3

Colijn werd door zijn aanhangers gezien als betrouwbare stuurman van Nederland.
Mussert dacht dat hij deze rol kon overnemen,
nu veel Nederlanders bang waren voor de gevolgen van de crisis of voor de opkomst van het Russische communisme,
en ook wel een sterke leider wilden zoals in Duitsland of Italië.

Klik op de foto en lees op de website de alinea’s over de Opkomst van de NSB en over 1937 –
verkiezingen Tweede Kamer en trek je conclusies:
kozen de Nederlanders voor Colijn of voor Mussert als sterke leider?

 

Bron 4

Vergelijk deze verkiezingsposters met andere, die je vindt in bron 3 en op de kennisbank:
Tijdvak 9: Economische wereldcrisis .

Ga naar het hoofdstuk 'werkverschaffing' om deze verkiezingsposter te bekijken.
Op welke groepen mensen richt de NSB zich en op welke angsten speelt de NSB in?
Verwerk de antwoorden die je vindt in je verslag.

TIP: Let op sleutelwoorden op de posters en zoek daar uitleg bij: dictator, plan, Moskou, stempellokaal.


Let op: ook sommige bronnen bij de vorige deelvragen kunnen informatie geven.

Heb je de links en bronnen goed bestudeerd?
Beantwoord dan nu deelvraag 5 in je verslag.

Zet deelvraag 5 boven je antwoord.
Gebruik niet meer dan 1 A4 voor je antwoord.
Vermeld eventuele zelf gevonden bronnen.