Tip: Lees eerst hoe je te werk moet gaan voordat je daadwerkelijk deze stappen uit gaat voeren.
Stap 1:
Ga naar de bronnen. In de subsectie; onderduikers vind je een link naar een internetsite die meerdere verhalen van Joodse onderduikers bevat.
Lees verschillende verhalen van Joodse onderduikers om je te oriënteren.
Kies één van de personen uit die jouw hoofdpersoon gaat worden in jouw dagboek.
Stap 2:
Bedenk welke informatie uit het verhaal van de door jouw gekozen onderduiker, bruikbaar is voor jouw dagboek.
Bedenk op welke manier je deze informatie wilt gaan gebruiken voor jouw dagboek.
Zoek op internet op of je nog meer informatie kunt vinden over de door jouw gekozen hoofdpersoon.
Bekijk in de subsectie afleveringen bij de bronnen naar verschillende verhalen van Joodse onderduikers en bepaal welke elementen je vaak terug ziet. Welke gedachten hebben ze? Welke angsten hebben ze? waar denken ze vaak aan? Je weet niet of het geheel van toepassing kan zijn op jouw hoofdpersoon, maar het kan je wel helpen om beter in de huid te kunnen kruipen van de onderduiker.
Je mag de internetsites gebruiken die aangeboden worden bij de bronnen. Je mag ook zelf op zoek gaan naar informatie, maar: leg de gevonden sites dan wel eerst voor aan de docent ter goedkeuring! Sla de links van de site ook op!
Stap 3:
Schrijf een stukje in een dagboek over de door jouw gekozen hoofdpersoon. Zorg dat de lezer weet wie jouw hoofdpersoon is door zijn naam ook te noemen.
Kies een dag uit het leven van jouw hoofdpersoon om te beschrijven in jouw dagboek. Je mag het ook over meerdere dagen verdelen.
Schrijf vanuit de ik-vorm en probeer in je stukje dagboek zo goed mogelijk weer te geven wat jouw hoofdpersoon voelt, denkt en ervaart.
Zorg dat je stukje dagboek betrekking heeft op iets wat echt heeft plaatsgevonden en meegemaakt is door jouw hoofdpersoon.
Gebruik 400-450 woorden.
Stap 4:
Werk transparant. Dat betekent dat anderen moeten kunnen zien waar jij jouw informatie vandaan hebt gehaald en welke bronnen/sites je hebt gebruikt.
Noteer iedere link die je gebruikt.
Noteer de datum van de sites die je hebt bezocht.
Geef bij elke site kort weer welke informatie je erop hebt gevonden.
Stap 5:
Controleer je opdracht.
Kijk of je verhaal geen spellingsfouten bevat.
Heb je alle onderdelen van het beoordelingsformulier in je opdracht verwerkt?
Heb je, je naam en klas genoteerd bij je opdracht?
Sla je dagboek en verantwoording van bronnen op en e-mail het naar het e-mail adres van jouw docent.