Pagina 160 – 28 januari 1944
- Anne probeert zichzelf te vermaken en bezig te houden. Stel je voor dat jij in haar schoenen stond, waar zou jij je mee bezig houden?
- Kun je jezelf vermaken?
- Wat is vervelen?
Pagina 163 – 30 januari 1944
- Anne heeft een verschrikkelijke behoefte om alleen te zijn. Wat is volgens jou alleen zijn?
- Kun je alleen zijn als er mensen om je heen zijn?
Pagina 168 – 8 februari 1944
- Anne lijkt steeds zwaarmoediger te worden. Wat heeft zij voor groei doorgemaakt sinds zij in het Achterhuis zit?
- Anne vertelt over het tweede huwelijk van haar vader. Kun je van je tweede vrouw net zoveel houden, of meer of minder?
- Wat is medelijden hebben? Heb jij wel eens medelijden met iemand?
Pagina 169 – 12 februari 1944
- Anne verlangt naar vrijheid. Verklaar het begrip vrijheid.
- Je kunt van Anne Frank zeggen dat ze opgesloten is dus onvrij, maar misschien is ze in andere opzichten nog wel vrij. Bijvoorbeeld vrij om keuzes te maken Ze heeft niet de vrijheid om haar eigen eten te kiezen, maar ze is wel vrij om het eten op te eten of niet op te eten. In hoeverre is Anne vrij om te kiezen?
Pagina 179 – 23 februari 1944
- Anne vertelt dat ze zich ineens intens gelukkig voelde. Hoe zou dat kunnen?
- Wanneer voel jij je gelukkig?
- Kun je je altijd weer gelukkig voelen, ook nadat je wat naars meegemaakt hebt?
Pagina 187 – 6 maart 1944
- Waarom zou Peter zeggen dat hij geen vrienden nodig heeft?
- Waarom zijn vrienden belangrijk?
- Wanneer kun je iemand je vriend noemen?