Pagina 124 – 16 september 1943
- Maak een voorstelling van de onderlinge verhoudingen. Wat bedoelt Anne als ze zegt dat het steeds slechter gaat?
- Hoe zou dat komen?
- Kun je lachen verleren?
Pagina 130 – 30 oktober 1943
- “Ik wil alleen moeders goede kanten zien en wat ik niet bij haar vind, bij mezelf zoeken. Maar het lukt niet en dan is nog het ergste dat vader noch moeder beseft dat ze in mijn leven tekortschieten en dat ik hen daarvoor veroordeel. Zou iemand zijn kinderen wel helemaal tevreden kunnen stellen?”
- Geloof jij dat je op de proef gesteld wordt in het leven? Zijn er dingen die we moeten ondergaan?
- Worden we daar sterker van of leren we daarvan?
- Waar leer je van?
- Wanneer voel jij je aangemoedigd?
Pagina 141 – 24 december 1943
- Waarom is Anne toch zo dankbaar dat ze daar zit?
- Zou jij liever in vrijheid leven met het risico opgepakt te worden, of onderduiken maar dan zonder vrijheid?
- In hoeverre gaat vrijheid? Wanneer heb je geen vrijheid?
Pagina 147 – 6 januari 1944
- Wat bedoelt Anne met de wonderen die er in haar lichaam verricht worden?
- In hoeverre in Anne zich bewust van haar puberteit?
- In hoeverre ben jij je bewust van je puberteit?
- Merk je dat je anders denkt dat een paar jaar geleden? Waarin zie je verschil?
- Wat denk je dat er de komende jaren nog met jou gaat gebeuren?
Pagina 149 – 6 januari 1944 (2)
- Wat voelt Anne voor Peter?
- Heb jij al wel eens zoiets gevoeld voor iemand?
- Hoe weet je wanneer je de ware gevonden hebt?