De verhaalkop zit aan het uiteinde van de winch.
Hij kan een onderdeel zijn van een ankerwinch, van een trossenwinch of het kan een kaapstander zijn.
Ankerwinch remschoensecties.
Trossenwinch.
De "dunne" drum voor weinig snelheid maar veel kracht (vastzetten) en de "dikke" voor veel snelheid maar weinig kracht (binnenhalen / uitvieren)
Trossenwinch.
Deze kan ook "self-tension'" zijn: spanning op tros instellen => geen slack bij deining of getij.
Kaapstander.
Echt alleen voor werken met trossen.
Staat rechtop.
Je legt de tros (of staaldraad) een paar keer om de draaiende kop en belegd hem vervolgens op een bolder.
NIET op de kaapstander laten staan!
Die is niet bedoeld voor de krachten die er tijden het gemeerd liggen op kunnen komen te staan. (Bijv. bij plotselinge harde wind of deining.)