De verhaalkop en (trossen) winch

De verhaalkop zit aan het uiteinde van de winch.

Hij kan een onderdeel zijn van een ankerwinch, van een trossenwinch of het kan een kaapstander zijn.

 

OLIEBAD-ANKERLIER

  1. Verhaalkop.
  2. Handel waarmee de klauwkoppeling voor nestenschijf bediend wordt..
  3. Vang, Bandrem. Tussen de stang van de koppeling en de vang is met enige moeite de nestenschijf te zien.
  4. As voor handslinger. (Voor als motor niet werkt. Niet altijd aanwezig)
  5. Ganghandel enkel-dubbelwerk.
    Enkel werk: langzaam maar krachtig
    Dubbel werk: sneller maar minder krachtig.
  6. Spindels van vang.
  7. Omschakelen hand-motoraandrijving.
  8. Keuze schijf voor BB/SB sectie (niet altijd aanwezig.)
  9. Motorkast.
  10. Wrijfhout.



     


Ankerwinch remschoensecties.

 

 


Trossenwinch.
De "dunne" drum voor weinig snelheid maar veel kracht (vastzetten) en de "dikke" voor veel snelheid maar weinig kracht (binnenhalen / uitvieren)

Trossenwinch.
Deze kan ook "self-tension'" zijn: spanning op tros instellen => geen slack bij deining of getij.

 

Kaapstander.

Echt alleen voor werken met trossen.
Staat rechtop.
Je legt de tros (of staaldraad) een paar keer om de draaiende kop en belegd hem vervolgens op een bolder.
NIET op de kaapstander laten staan!
Die is niet bedoeld voor de krachten die er tijden het gemeerd liggen op kunnen komen te staan. (Bijv. bij plotselinge harde wind of deining.)