
Jetzt du!
Vervollständige die Sätze mit deinen eigenen Angaben in deinem Heft.
Benutze die WRTS-Listen Alltag-Wortschatz A en Alltag-Aussagen A
und die vorigen Übungen.
Vergleicht danach in der Klasse.
Vul de zinnen met je eigen gegevens aan en schrijf ze in je schrift.
Gebruik de WRTS-lijsten Alltag-Wortschatz A en Alltag-Aussagen A
en de vorige oefeningen.
Bespreek daarna in de klas.