Voortgangscriteria Financiële Beroepen Crebo 25139: Financieel administratief medewerker |
|
Domein: Economie en Ondernemerschap Afdeling: Zakelijk Dienstverlening Opleiding: Financiële Beroepen |
|
De volgende criteria geven aan of de opleiding kan worden voortgezet of dat er een (bindend) advies wordt afgegeven door het docententeam FB
Intake
Student wordt toegelaten als deze voldoet aan de toelatingseisen en/of een positief advies krijgt tijdens het intakegesprek.
Vooraf
- de criteria voor voortgang gelden vóór afname van de herkansingen van de laatste gehouden toetsweek;
- uitgangspunt is het gemiddelde (hele) cijfer, waarbij geldt:
cijfer 5 = 1 minpunt,
cijfer 4 = 2 minpunten,
cijfer 3 = 3 minpunten,
cijfer 2 = 4 minpunten,
cijfer 1 = 5 minpunten;
- ieder toets wordt per schooljaar 2x aangeboden, in de reguliere toetsweek en vier weken later in de schaduwtoetsweek;
- je hebt slechts twee mogelijkheden voor het maken van een formatieve toets;
- als je je afmeldt voor een toets dan is kost je dit een mogelijkheid en blijft er nog één poging over;
- de docentenvergadering heeft het recht om af te wijken van de gestelde criteria als zij daarmee het belang van de student dienen en dit een verantwoorde beslissing is, bijvoorbeeld door het toestaan van een reparatiemogelijkheid.
Algemeen
Op ieder GO / NO-GO-moment:
- zijn alle behaalde formatieve resultaten 4,0 of hoger;
- zijn de afgeronde simulaties met een voldoende beoordeeld;
- zijn er minder dan drie onvoldoende voor Functioneren* afgegeven.
*Onder functioneren valt:
- werkhouding,
- behaalde resultaten,
- aanwezigheid en op tijd komen,
- gedrag t.a.v. anderen,
- het op tijd in orde hebben van je werkzaamheden.
Na periode 1 |
10 lesweken |
Sprint
|
Een student komt in aanmerking voor Sprinttraject als er
|
Regulier niv.3
|
Komt een student niet in aanmerking voor het sprinttraject, dan krijgt deze een GO voor het reguliere opleidingstraject.
|
Na periode 2 |
20 lesweken |
Sprint
|
Een student stroomt uit de sprintklas terug naar regulier als er - een onvoldoende voor functioneren is afgegeven. |
Regulier niv.3 Advies niv.2
|
Een student doet periode 1 en 2 over als er In alle andere gevallen en als is voldaan aan de algemene criteria, krijgt de student een GO voor het vervolg van de opleiding. |
Na periode 4 |
40 lesweken |
Sprint
|
Een student stroomt uit de sprintklas terug naar regulier als er |
Regulier niv.3
Afstroom niv.2
|
Een student doet periode 3 en 4 over als er Een student krijgt het bindend advies niveau-2 als er In alle andere gevallen en als is voldaan aan de algemene criteria, krijgt de student een GO voor het vervolg van de opleiding. |
Na periode 6 |
60 lesweken |
Regulier niv.3
Afstroom niv.2
|
Een student doet periode 5 en 6 over als er Een student krijgt het bindend advies niveau-2 als er In alle andere gevallen en als is voldaan aan de algemene criteria, krijgt de student een GO voor het vervolg van de opleiding. |
Na periode 8 |
80 lesweken (Sprint 40 lesweken) |
Regulier niv.3
Afstroom niv.2
|
Een student krijgt een NO-GO voor niveau-4 en moet op niveau-3 afronden als er RVFT, SPVH, Ned. 2F, Rek 2F, Eng A2) een onvoldoende is behaald; Een student krijgt een bindend advies niveau-2 als er In alle andere gevallen en als is voldaan aan de algemene criteria, krijgt de student een GO voor het vervolg van de opleiding op niveau-4. |
Na periode 10 |
100 lesweken (Sprint 60 lesweken) |
Regulier niv.4
|
Een student doet periode 7 en 8 over en rondt op niveau-3 af als er
|
Gebruikte afkortingen
B1-K1 = Profiel 1 (Finan. administratief medewerker)
Kerntaak 1: Controleert en bewerkt dagboeken
B1-K2 = Profiel 1 (Finan. administratief medewerker)
Kerntaak 2: Verricht activiteiten voor het debiteuren- en Crediteurenbeheer
B1-K3 = Profiel 1 (Finan. administratief medewerker)
Kerntaak 3: Controleert en bewerkt kwantiteitenadministraties
EKBA = Elementaire kennis bedrijfsadministratie
EKBE = Elementaire kennis bedrijfseconomie
EKPR = Elementaire kennis procedure en recht
RVFT = Rekenvaardigheid voor financiële toepassingen
SPVH = Spreadsheetvaardigheden