Een kruisvaarder over de inname van Jeruzalem:
Sommige van onze mannen onthoofden hun vijanden. Anderen schoten ze met pijl en boog van de torens af. Weer anderen martelden hen langdurig door ze in het vuur te gooien. In de hele stad zag je stapels met afgehakte hoofden, handen en voeten. Je moest je een weg banen over hoopjes lichamen. De paarden waadden tot hun knieƫn, nee tot aan de teugels, door het bloed. Het was een rechtvaardig en wonderbaarlijk godsoordeel.