Samenvatting

/ Je kunt uitleggen welke vakgebieden in de natuurwetenschap er zijn en voorbeelden geven van onderwerpen die binnen die vakgebieden behandeld worden.

Biologie:                    Bij biologie gaat het over de leer van het leven.  

Scheikunde:        In de scheikunde bestudeer je stoffen uit de dode natuur en levenloze natuur.
                         Je bestudeert hoe de stoffen zijn opgebouwd en hoe de stoffen in scheikundige reacties met elkaar
                         reageren.

 

Natuurkunde:       Natuurkunde gaat over bewegen, krachten, magnetisme, licht, warmte, gassen, vloeistoffen en
                           vaste stoffen. In de natuurkunde bestudeer je de natuurwetten die op aarde gelden.



Aardrijkskunde:    Bij aardrijkskunden bestudeer je hoe de wereld is opgebouw, waarom bepaalde gebieden zich op
                           een bepaalde manier ontwikkeld hebben en hoe de aarde zich verhoud tot de rest van het heelal.

 

Het vak Mens en natuur gaat over biologische, scheikundige, natuurkundige (en soms zelfs aardrijkskundige) onderwerpen. Je leert dat alles met elkaar te maken heeft en dat er veel verbanden zijn tussen de verschillende vakgebieden.