/ Je kunt uitleggen welke vakgebieden in de natuurwetenschap er zijn en voorbeelden geven van onderwerpen die binnen die vakgebieden behandeld worden.

 

 

Kijk naar de wereld om je heen. Je ziet mensen, vogels, gras en allelei andere dingen om je heen die leven. We kunnen ook zeggen, je ziet allemaal verschillende organismen. Ook jij bent een organisme. Naast levende dingen zijn er ook veel dingen die niet levend zijn. Denk maar aan het zand op het strand, water uit de kraan of de lantaarnpalen langs het fietspad. Over deze onderwerpen leer je bij het van Mens en natuur. Hoe het zand op het strand is gekomen is eigenlijk een aardrijkskundig onderwerp. 
Wil je weten hoe we aan schoon drinkwater komen? Dat hoort bij het vakgebied scheikunde. Wil je weten hoe een lamp werkt? Dat onderwerp past bij natuurkunde. 
In het kort zou je de vakgebieden biologie, natuurkunde, scheikunde en aardrijkskunde als volgt kunnen omschrijven.
 

Biologie:

Het woord biologie bestaat uit de twee Griekse woorden `bios´ (βίος = leven) en 'logos'  (λόγος = leer). Biologie gaat dus over de leer van het leven.  
In de biologie bestudeer je alles wat met leven te maken heeft en hoe organismen hun best doen om in leven te blijven. Alles wat leeft, hoort bij het onderzoeksgebied van de biologie.

 

 

Scheikunde:
In de scheikunde bestuur je stoffen uit de dode natuur en levenloze natuur. Je bestudeert hoe de stoffen zijn opgebouwd en hoe de stoffen in scheikundige reacties met elkaar reageren. Bij scheikundige reacties worden stoffen 
omgezet in andere, nieuwe stoffen. 

 

 

 

Natuurkunde:
Natuurkunde is niet alleen een vak op school, maar ook een wetenschap. Natuurkunde gaat bijvoorbeeld over bewegen, 
krachten, magnetisme, licht, warmte, gassen, vloeistoffen en vaste stoffen. In de natuurkunde bestudeer je de natuurwetten die op aarde gelden.

 

 


Aardrijkskunde:
Bij aardrijkskunden bestudeer je hoe de wereld is opgebouw, waarom bepaalde gebieden zich op een bepaalde manier ontwikkeld hebben en hoe de aarde zich verhoud tot de rest van het heelal.

 

 

 

 

 

Het vak Mens en natuur gaat over biologische, scheikundige, natuurkundige en soms zelfs aardrijkskundige onderwerpen. Je leert dat alles met elkaar te maken heeft en dat er veel verbanden zijn tussen de verschillende vakgebieden.