Sterke werkwoorden zijn de lastigste werkwoorden die er zijn om te vervoegen. In de onderbouw hebben jullie al regelmatig gewerkt met zwakke werkwoorden en heb je het ezelsbruggetje 'feesttenten' misschien wel eens voorbij horen komen. Om je geheugen even op te frissen, staat hieronder de tabel met de uitgangen van de zwakke werkwoorden!
Pers. voornaamwoord: | Vervoeging: |
ich | stam+ e |
du | stam+ st |
er/sie/es | stam+ t |
wir | stam+ en |
ihr |
stam+ t |
sie/Sie | stam+ en |
Het kenmerk van zwakke werkwoorden is dat hun stam (hele werkwoord min en) in zowel de tegenwoordige als verleden tijd hetzelfde is. In de verleden tijd veranderen alleen de uitgangen die je achter de stamvorm plakt.
Sterke werkwoorden wijken af van zwakke werkwoorden in het feit dat er hier wél een klankverandering in de stam plaatsvindt. Dit kan zowel zijn in de tegenwoordige tijd (de stam verandert dan vaak bij de enkelvoudsvormen) of in de verleden tijd. Het kan ook in beide gevallen! Gelukkig zijn er voor de tegenwoordige tijd wel een aantal regels, die het voor jou makkelijker maken om te weten hoe die stam nou precies verandert.
Er zijn dus behoorlijk wat regels die je in de jungle van werkwoorden een beetje de weg wijzen!
Om ze nog beter te leren kennen, ga je er nu zelf even mee oefenen. Viel Erfolg!