Warmte- en koudezintuigjes
Deze proef moet je met twee personen uitvoeren.
Zet met een pen een vierkantje van 3 x 3 cm op de onderarm van de proefpersoon.
Verdeel dit vierkant onder in hokjes van 0,5 x o,5 cm.
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
- koudezintuigjes
Neem een metalen pen met een niet al te scherpe punt, bijvoorbeeld een spijker en laat deze in een bakje met ijswater koud worden.
Steek de spijker in alle kleine vierkantjes (niet hard duwen!).
Laat de proefpersoon zeggen of het koud aanvoelt.
Zet een blauwe stip als de proefpersoon kou voelt.
Teken het vierkantje over op papier en neem de blauwe punten over.
Zet onder het vierkantje hoe groot het in werkelijkheid (op de arm van de proefpersoon) is.
Zie voor de werkwijze: zintuigjes om warmte en kou te voelen
Bereken hoeveel koudezintuigjes er per cm2 op je onderarm zitten.
- warmtezintuigjes
Doe nu hetzelfde met een spijker die je in een bak met water van ±45°C warm laat worden.
Zet een rode stip als de proefpersoon warmte voelt.
Neem de rode punten over in het vierkantje.
Zie voor de werkwijze: zintuigjes om warmte en kou te voelen
Bereken hoeveel warmtezintuigjes er per cm2 op je onderarm zitten.
- Zet de waarnemingen en de berekende gegevens in een tabel (zie voorbeeld)
soort zintuigjes
|
aantal gevonden zintuigjes
|
berekend
aantal zintuigjes
per cm2
|
warmtezintuigjes
|
.
|
.
|
koudezintuigjes
|
.
|
.
|
Je kunt op dezelfde manier ook andere delen van de huid onderzoeken, bijvoorbeeld de onderkant van je pols.
|