Verplegen van chronisch zieken LP4
|
||||
Sprint 1
|
Werkboek digitaal Verplegen van chronisch zieken
|
Theorieboek (bronnen) Nu zorg Chronisch zieken Hoofdstuk en/ of paragraaf
|
College onderwerp per lesuur |
|
|
1.1 Plannen van zorg |
H.1. Chronisch zieken. - paragraaf 1.1 Om hoeveel mensen gaat het eigenlijk? 1.2 Het verloop van chronische ziekten. 1.3 Chronisch zieken, lichamelijk gehandicapten en revaliderenden.
H.2. Plannen en coördineren van zorg - paragraaf 2.1 Historisch overzicht 2.2 Woonvoorzieningen 2.3 Het verpleegplan
2.4 Coördinatie van zorg 2.5 Kwaliteitszorg
H.3. Persoonlijke zorg - paragraaf 3.1 Begeleiding bij pijn 3.2 Methoden om vast te stellen of een zorgvrager pijn heeft. 3.4 Behandeling van pijn
|
1- Inleiding chronisch zieken
2- Woonvoorziening
3- Pijn |
|
Praktijksituatie 1. Opname in een verpleeghuis.
|
||||
Praktijksituatie 2. Overbelasting voorkomen.
|
||||
Praktijksituatie 3. Privacy
|
||||
|
1.2 Persoonlijke zorg
|
H.11. Specifieke zorg voor mensen met een chronische aandoening. - paragraaf 11.1 Patronen in het ziekteverloop H.8.Begeleiding - paragraaf 8.1 Psychische gevolgen van een chronische aandoening
11.6 COPD en Astma 11.9 Multipele Sclerose |
4- MS 5- COPD en Astma |
|
Praktijksituatie 1. Opvolgen van leefregels.
|
||||
Praktijksituatie 2. Zorgvrager met COPD/ ademhalingsproblemen.
|
||||
Praktijksituatie 3. Zorgvragers met herseninfarct/ therapietrouw. |
||||
|
2.1 Verpleegtechnische handelingen |
H.11. Specifieke zorg voor mensen met een chronische aandoening. - paragraaf 11.2 Diabetes Mellitus 11.8 De ziekte van Parkinson
|
6- Diabetes type 1
7- Parkinson |
|
Praktijksituatie 1. Thuisbehandeling met interferon/ MS
|
||||
Praktijksituatie 2. Ziekte van Parkinson/ medicatie.
|
||||
|
2.2 Voorlichting, advies en instructie |
H.11. Specifieke zorg voor mensen met een chronische aandoening. - paragraaf 11.4 Chronische darmontstekingen: de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa
|
8- Ziekte van Crohn en CU |
|
Praktijksituatie 1. Leren zelfzorg weer overnemen. |
||||
Praktijksituatie 2. Informeren/ voorlichting geven over voorzieningen/ regelgeving.
|
||||
Praktijksituatie 2. Voorzieningen en wetgeving voor (jonge) mensen met een handicap.
|
||||
|
3.1 Begeleiden bij zelfredzaamheid |
H.11. Specifieke zorg voor mensen met een chronische aandoening. - paragraaf 11.7 CVA
|
9- CVA |
|
Praktijksituatie 1. Leven met een handicap/ verliesverwerking.
|
||||
Praktijksituatie 2. Motiveren en stimuleren tot zelfzorg/ zorgvragers met COPD. |
||||
|
3.2 Begeleiden bij mantelzorg
|
H.11. Specifieke zorg voor mensen met een chronische aandoening. - paragraaf 11.17 Reuma 11.13 Hart en vaatziekten |
10- Reuma
11- Hart en vaat- ziekten |
|
Praktijksituatie 1. Overbelasting van mantelzorgers.
|
||||
Praktijksituatie 2. Begeleiding centrale mantelzorger.
|
||||
|
4.1 Begeleiding maatschappelijke ondersteuning
|
H.11. Specifieke zorg voor mensen met een chronische aandoening. - paragraaf 11.22 HIV en hepatitis B en C 11.2 Diabetes Mellitus
|
12- HIV en hepatitis B en C
13- Diabetes type 2 |
|
Praktijksituatie 1. Meedoen met een handicap.
|
||||
Praktijksituatie 2. School/ werk
|
||||
Praktijksituatie 3. Zorgvragers begeleiden bij financiën.
|
||||