Stap 3 in het trainingsplan "Oefenen" zorgt ervoor dat de medewerker de nieuwe taak gaat beheersen. Bij het oefenen zijn de volgende punten belangrijk:
Medewerker laten oefenen: laat de medewerker uitleggen wat hij/zij aan het doen is. Hierdoor wordt de taak beter begrepen en slaat hij/zij de juiste werkwijze goed op. Als de nieuwe taak 2-3 keer goed gaat, heeft hij/zij voldoende geoefend.
Medewerker observeren: observeren doe je om te zien of de nieuwe taak goed gaat. Zeg dit ook tegen de medewerker. Beoordeel elke stap bij het observeren apart en maak aantekeningen. Grijp ook in als dat nodig is.
Medewerkers feedback geven: geef tijdens het oefenen feedback. In het begin zal dit vrij veel zijn maar naar mate de taak beter gaat wordt ook de feedback minder. Feedback zorgt voor duidelijkheid. Let op dat je precies aangeeft wat je ziet, dat de feedback positief en verdiend is en dat je de feedback direct geeft. Wacht hier niet mee. Bekijk onderstaande afbeelding voor meer tips over feedback geven.
Medewerkers helpen verbeteren: De manier van instrueren speelt een grote rol in het verbeteren van werktempo en kwaliteit van het werk. Let er daarom op dat je de medewerker in zijn/haar eigen tempo laat werken nadat de juiste techniek is aangeleerd. Geef tips op het juiste moment en geef ook aan hoe lang iemand over een taak mag doen. Maak duidelijke afspraken over tijd en kwaliteit.