Het werkwoord haber (van habere) wordt uitsluitend als hulpwerkwoord bij de voltooide tijd gebruikt en in de onpersoonlijke uitdrukking hay (er is, er zijn).
Voor 'hebben'in de betekenis van bezitten gebruiken we in het Spaans tener (< tenere = vasthouden)
De vervoeging luidt als volgt, let op de diftongering en de onregelmatige ik-vorm:
|
tenere |
tener |
|
teneo |
tengo |
|
tenes |
tienes |
|
tenet |
tiene |
|
tenemus |
tenemos |
|
tenetis |
tenéis |
|
tenent |
tienen |
Voorbeelden:
Ik heb een boek = tengo un libro
Wij hebben geen wijn = no tenemos vino
Hij heeft drie zoons = tiene tres hijos