Stap1 (2)

Vragen - vervolg

  1. Kies de juiste woorden.
    ..1.. vervoeren het bloed van het hart af. ..2.. vervoeren het bloed naar het hart toe.
    1. 1 = slagaders, 2 = aders
    2. 1 = aders, 2 = slagaders

  2. Waar of niet waar?
    Alle slagaders vervoeren zuurstofrijk bloed.
    1. waar
    2. niet waar

  3. Waar of niet waar?
    De wand van slagaders is gespierder dan de wand van aders.
    1. waar
    2. niet waar

  4. Waar of niet waar?
    Een slagaderlijke bloeding is gevaarlijker dan een aderlijke bloeding.
    1. waar
    2. niet waar