Was ik maar…….. of had ik maar…….
Misschien zit dat ook wel in je herinnering: een situatie waarin je iets doms deed en waar je spijt van hebt. Of dat je graag iemand anders zou willen zijn, iemand waar je goede herinneringen aan hebt (die geweldige singer-songwriter, die populaire klasgenoot, die bloedmooie vakantievriendin). Maak met dat gevoel een gedicht. Beschrijf de vervelende situatie en wat je anders had moeten doen of beschrijf de andere persoon en welke eigenschappen je van hem of haar zou willen hebben. Maak (dus) gebruik van goede en/ of slechte herinneringen. Maak een gedicht met korte regels.