Opwarmoefeningen voor het dichten

 

  1. We voeren een klassengesprek over onze vroegste herinneringen. Wat weet je nog van je vroege jeugd? (Toen ik 4 was, werd ik …….) Denk ook aan de verhalen die anderen over jou vertellen op verjaardagen (maar die je zelf eigenlijk niet meer precies weet).

  2. We schrijven een klassengedicht met als thema/ titel: Vroeger dacht ik ……., maar nu weet ik …………

  3. Iedere leerling schrijftregel. Deze voegen we samen tot een gedicht.

  4. We bespreken met de leerlingen enkele gedichten (zie het lesmateriaal) waarin herinneringen centraal staan. We kunnen aan de hand van die gedichten ook onderwerpen zoals rijm, metrum, beeldspraak en strofen aan de orde stellen (optioneel)

Moeder

Mijn moeder gaf me beelden om te dromen.
Zij spon geluiden om me heen.

Zij goot verhalen in mijn oren.
Zij was een zon die altijd scheen.

Mijn moeder wilde bij me blijven.
Zij zong een lied voor mij alleen.

Soms denk ik dat ik haar kan horen.
En dat zij niet voorgoed verdween.

Johanna Kruit

Gedicht uit de bundel “Zoals wind om het huis“