een gedicht schrijven in les 2: dichtidee 4

Dichten met een vaste versvorm

Naast bovenstaande (wat vrije) dichtvormen, kunnen we leerlingen ook de gelegenheid bieden om een gedicht te schrijven in een vaste vorm, zoals  haiku, elfje of rondeel.  Leerlingen maken eerst een woordveld aan de hand van Mijn Herinnering. Ze denken daarbij aan personen, geuren, kleuren, gevoelens, plaatsen, voorwerpen, geluiden.  Met dit woordveld gaan ze aan de slag en ze proberen het gedicht in een vaste vorm te gieten. We geven ze daarbij enkele aanwijzingen mee:

  1. Houd je aan de vaste vorm die je hebt gekozen

  2. Blijf in de sfeer van de herinnering

  3. Ik herinner me dat ik ………

  4. Gebruik beeldspraak: vergelijkingen, metaforen.

  5. Verras met een zin waarin een kleur, geluid of geur voorkomt.

  6. Verras de lezer met verwisseling van zintuiglijke waarnemingen (De pijp van mijn opa ruikt bruin).