Werkvormen

Actieve muziektherapie

Bij actieve muziektherapie is de cliënt zelf actief betrokken bij het vormgeven aan de (therapeutische) muziek.

In tegenstelling tot de receptieve Muziektherapie, waarbij de cliënt de rol van luisteraar heeft, heeft de patiënt bij de actieve muziektherapie de rol van deelnemer.

Centraal in deze therapievorm staat het samen muziek maken.

Dit kan in een groep of in individueel contact met de therapeut plaats vinden. Cliënt en therapeut maken gebruik van allerlei instrumenten die eenvoudig te bespelen zijn en de (zang)stem.
De cliënt hoeft niet over muzikale voorkennis of de vaardigheid een instrument te bespelen te beschikken. Alle instrumenten zijn eenvoudig bespeelbaar en zal de muziektherapeut voldoende uitleg geven hoe deze te gebruiken zijn. Kennis over muziek is ook niet noodzakelijk. De cliënt kan dit gedurende de therapie ontdekken.

“Iedereen is muzikaal” beweerd muziekwetenschapper HJ Honing.

Muziektherapie is niet te verwarren met muziekles. Het gaat er niet om een muziekinstrument te leren bespelen of een esthetisch mooi stuk muziek te produceren. Het gaat om de processen in de muziek en in het contact met de therapeut. Daarbij staat de doelstelling van de therapie steeds centraal.
Maar wat doet men nu concreet? 
Er bestaan verschillende mogelijkheden die afhankelijk zijn van het doel van de therapie. Voorbeelden van mogelijke werkvormen zijn, muzikale reactiespelletjes, het begeleiden van een lied op een trommel, het verklanken van een gevoel, het samen zingen, zangoefeningen, het schrijven van liederen, het samen improviseren en nog veel meer.

 

Receptieve muziektherapie

Tijdens de receptieve muziektherapie maakt de cliënt niet zelf muziek, zoals bij Actieve Muziektherapie, maar luistert de cliënt naar muziek met hieraan eventueel verbonden het uitvoeren van opdrachten. 
De muziek kan van de therapeut zelf worden gemaakt (geïmproviseerd of een bestaande muziek) of van de cliënt of therapeut worden uitgezocht op CD.

Het proces van het kiezen van de muziek is vaak al een therapeutische interventie. De therapeut kan muziek kiezen die voor de cliënt bekend of onbekend is. Hij kan kiezen voor een bepaalde sfeer die van de muziek uitgaat en die bij de actuele stemming van de cliënt aansluit of juist niet aansluit en zo voort. Op deze manier neemt de therapeut invloed op de voortgang van de therapie.
Naar aanleiding van het luisteren en ervaren van muziek kan een gesprek ontstaan over de muziek zelf of over emoties en/ of herinneringen die deze muziek heeft opgeroepen. 
Het gaat hierbij niet om het leren herkennen of analyseren van muziek, maar om het beleven van muziek en daaraan verbonden het kunnen herkennen, aannemen en uiten van emoties.
Voorbeelden voor mogelijke werkvormen zijn: de opdracht aan de cliënt om een muziek te kiezen die bij de stemming van de cliënt aansluit, tijdens het luisteren kan een ontspanningsoefening worden gedaan, of kan de therapeut opdracht geven waarop de cliënt moet letten. De therapeut kan aan de cliënt vragen om zijn favoriete muziek mee te nemen en uit te zoeken waarom deze muziek belangrijk is in het leven van de cliënt en welke functie deze muziek heeft of kan hebben.