Intro biologie en verzorging
Bij biologie en verzorging werk je aan twee vakken tegelijk: biologie en verzorging.
Het woord biologie is gevormd uit de Griekse woorden bios (= leven) en logos (= leer of wetenschap). Biologie is de leer van het leven. In het vak verzorging leer je voor jezelf en voor anderen te zorgen. Zorg betekent dat je aandacht hebt voor de gezondheid van jezelf en van anderen. Maar aandacht alleen is niet genoeg. Je moet ook iets doen.
Verzorging is: alles doen wat nodig is om de gezondheid van jezelf en anderen in stand te houden en te verbeteren.
Het vak biologie en verzorging gaat dus over jezelf en de wereld om je heen. In deze basisstof kijk je eerst naar jezelf. Daarna vergelijk je jezelf met de mensen om je heen. Tot slot kijk je naar levensverschijnselen in de hele natuur.
We beginnen dit Thema met de vraag wat leven eigenlijk is en waarin leven verschilt van dood en levenloos.
Vervolgens leer je manieren waarop je meer over leven te weten kunt komen: je leert waar te nemen en hoe je moet onderzoeken.
Verder leer je om resultaten van je waarnemingen en onderzoek vast te leggen: Je doet dit door tekeningen te maken, metingen te verrichten, dingen die je ziet, hoort, voelt of proeft op te schrijven.
Om te kijken naar hele kleine levende dingen heb je een microscoop nodig. Daarom leer je hoe je ermee werkt.
Bij de eindopdracht laat je zien dat je begrepen hebt hoe je bij biologie waarneemt en onderzoekt: Je maakt een signalement van een klasgenoot.
1 Levend-dood-levenloos
2 Tekenen bij biologie
3 Onderzoeken
4 Werken met een microscoop
5 Van cel tot organisme