Modellen van de aarde

We zien allemaal de aarde als een bol.
En voor de meeste doeleinden is dat voldoende.
Maar afhankelijk van waarvoor we het model van de aarde willen gebruiken hebben we er meerdere.

Als we preciezer kijken – bijvoorbeeld met satellieten – blijkt dat de aarde zelfs een beetje hobbelig is.
Soms trekt de zwaartekracht het water nét wat omhoog, op andere plekken zakt het juist wat omlaag.
De aarde lijkt dan meer op een rare aardappel dan op een knikker of bal.

Daarom gebruiken wetenschappers verschillende modellen van de aarde:

Elk model is dus een hulpmiddel, afhankelijk van wat we willen weten.
De aarde zelf verandert niet – maar onze blik erop wel.


We hebben daarom 4 modellen van de aarde:

1) Bol model (Globe)
     Doel: Eenvoudig model. Voor veel doeleinden bruikbaar.

2) Afgeplatte sferoïde (Oblate spheroïd)
    Doel: Correcte vorm, nauwkeuriger.
Te gebruiken bij sattelietbanen berekenen (GPS), en astronomie (sterrenkunde)
     
3) Geoïde (Geoïd)
    Doel: Rekening houden met verschil in zwaartekracht per plek.
    Hoogtemetingen, Geodesie (preciese plaatsbepaling),satellietdata.

4) Kaartprojecties.
    Doel: de aarde plat maken om het op een kaart te kunnen drukken.