Op zee is "zeeniveau" je nulpunt. Maar wat is "zeeniveau" precies?
Navigatiesystemen (zoals GPS) geven je positie t.o.v. een wiskundig model (de sferoïde).
Maar het echte zeeniveau volgt de geoïde – en dat scheelt lokaal tot tientallen meters.
Als je een schip of platform moet positioneren met grote nauwkeurigheid (bijvoorbeeld bij baggerwerk of boorplatformen), moet je het verschil tussen sferoïde en geoïde corrigeren.
Je kunt voor je werkzaamheden dus de echte geoïde vorm van de aardbol nodig hebben.
Bij het inmeten van de zeebodem (dieptekaarten maken) gebruikt men hoogte t.o.v. de geoïde – dus t.o.v. de echte zeespiegel.
Die metingen zijn cruciaal voor:
Veilig varen
Aanloop van havens
Onderzeese kabels en pijpleidingen
Een verkeerd referentievlak (bijvoorbeeld het ellipsoïde in plaats van de geoïde) kan leiden tot foute diepte-informatie.
3. Satellietnavigatie met correcties
GPS geeft hoogte t.o.v. het ellipsoïde model.
Om te weten hoe hoog of diep je bent t.o.v. zeeniveau, moet je de geoïde-afwijking corrigeren.
Die correctie heet de geoid undulation (verschil in meters tussen geoïde en ellipsoïde)

Dat geoïde model kan in een platte kaart met een legenda uitgedrukt worden.
Voor ons nog een enigszins begrijpelijke kaart.

Kijken we naar de aardbol in geoïde uitvoering dan moeten we vaak wat langer nadenken.

In deze afbeelding is het verschil tussen sferoïde/ellipsoïde en geoïde nog eens nader uitgebeeld.