Aarde heeft 4 coördinaten:
-Noorderbreedte
-Zuiderbreedte
-Westerlengte
-Oosterlengte.
Lijnen evenwijdig aan de evenaar: Parallellen. (Ze lopen parallel aan elkaar, kruisen elkaar niet.)
Parallellen worden dichter bij de pool steeds kleiner.
Parallellen houden tijdens hun rondje rond de aarde steeds dezelfde naam (Noord / Zuid)
Lijnen evenwijdig aan de Meridiaan van Greenwich: Meridianen. (Ze kruisen elkaar op de polen )
Meridianen zijn overal even groot.
Meridianen veranderen halverwege hun rondje rond de aarde van naam. (West wordt Oost)
Als zo'n plakje aarde het centrum van de aarde snijdt: grootcirkel.
Als zo'n plakje aarde het centrum van de aarde niet snijdt: kleincirkel.
Merk op: een grootcirkelkoers is dus de rand van een plakje aarde die het centrum van de aarde snijdt.