Onderdelen communicatie schema:
Zender: Degene van wie de informatie uitgaat.
Boodschap: Hetgeen wat overgebrach t wordt. Een boodschap breng je over via een bepaald kanaal.
Ontvanger: Persoon of personen die de boodschap ontvangt.
Feedback: De reactie op de boodschap door de ontvanger. Ook als de ontvanger zwijgt, geen hij 'antwoord'.
Coderen: Het omzetten van gedachten en gevoelens in woorden, lichaamstaal of beelden.
Je praat tegen een kind anders dan tegen zijn ouders. Belevingswereld, afstemmen, eigen humeur.
Decoderen: Het omzetten van woorden, lichaamstaal of beelden in betekenis.
Interpreteren van de boodschap. Humeur, referentiekader.
Referentiekader: Je referentiekader is het totaal aan waarden en normen, gewoonten, en ideeen volgens welke je denkt en handelt.