Het ruggenmerg loopt van je hersenstam door je wervels tot in het puntje van de wervelkolom, zie afbeelding 1. In het ruggenmerg liggen schakelcellen en bewegingszenuwcellen met een deel van hun uitlopers.
Als je het ruggenmerg doorsnijdt zie je een soort vlindervormig deel. Dit deel wordt het merg genoemd, het bestaat uit grijze stof en bevat de cellichamen van de schakelcellen en de motorische- of bewegingszenuwcellen. Eromheen ligt de witte stof, dit wordt de schors genoemd. De witte kleur wordt veroorzaakt door de myeline, een isolatielaag rondom de uitloper. Signalen gaan als elektrische pulsjes door deze uitlopers en net als de stroomdraad van een lamp moet dit geïsoleerd zijn zodat de stroom niet verloren gaat.
In afbeelding 2 zie een uitvergroot stuk van het ruggenmerg met een zenuwknoop. In de zenuwknoop liggen de cellichamen van de sensorische- of gevoelszenuwcellen. Deze liggen dus buiten het centraal zenuwstelsel. Uitlopers van de sgevoelszenuwcellen gaan tot in het ruggenmerg en geven de impulsen van de zintuigen door aan de schakelcellen in het ruggenmerg. Deze geven de impulsen door naar de hersen en in het geval van een reflex ook aan de bewegingszenuwcellen. Over reflexen leer je later meer.
Klik hier voor een clip over het ruggenmerg.