6. Handelen

Na het jaar 1000 word Europa een stuk veiliger, de invallen van de vikingen houden op en er is minder oorlog en hongersnood. Door de productieoverschotten in de landbouw en de verschillende producten van de ambachtlieden bloeit de handel enorm op. De steden spelen hier ook een grote rol in, op de marktplaats is er ruimte voor handel. In sommige steden worden zelfs jaarmarkten georganiseerd, dit zijn hele grote markten. Daar komen veel handelaren vanuit allerlei streken op af, zoals uit de Arabische streken. Die handelaren bieden allerlei, voor de Europeanen, nieuwe en speciale spullen aan. Daarom komen er ook veel mensen op de jaarmarkten af.

Handel over land is niet altijd handig, naast dat er veel bandieten langs de weg zitten zijn ook de wegen niet goed. Veel handel gaat daarom via zee. Steden die aan de kust liggen ontwikkelen zich tot grote handelssteden. Zij zorgen voor een goede havens en pakhuizen, ook wel stapelmarkten, waar de spullen kunnen worden aangevoerd, opgeslagen en doorgevoerd. Vanuit daar worden de handel via rivierschepen en karren naar de plaats van bestemming gebracht. Sommige steden gaan zelfs samenwerken, zij sluiten een verbond: het Hanzeverbond. Hierdoor kunnen zij nog meer geld verdienen en kunnen zij de handelaren beter beschermen.

Naast de veiligheid die steden boden, werden er ook banken opgericht. Hierdoor hoeften de handelaren geen geld meer mee te nemen op hun reis. Zij konden in de stad bij een bank geld lenen, daarmee hun handelswaar inkopen en vervolgens met hun verdiende geld de bank weer terug betalen. Ook werd de wisselbrief uitgevonden. Die brief was geld waard, dat een handelaar bij elke bank kon opnemen. Zo hoeft hij niet met zijn geld te reizen. Hierin werd precies opgeschreven van wie de brief was en hoeveel hij waard was.

Al die handel had veel goede kanten, je kunt bijvoorbeeld veel verschillende producten kopen en het ging goed met de economie in Europa. Maar de handel bracht ook iets heel slechts: de Zwarte dood, ook wel de pest. Deze ziekte heeft tussen 1346 en 1351 miljoenen mensen het leven gekost in Europa. De pest is een virus waarbij je grote donkere bulten krijgt op je lichaam. Dit krijg je door een vlooien beet. de vlooien dragen het virus in hun lichaam mee. Deze vlooien reisden mee op ratten. Die ratten reisden samen met handelaren via boten mee door heel Europa. Binnen een korte tijd heeft de pest zich verspreid over heel Europa. In de Europese steden hadden de ratten het heel erg fijn: overal lagen etensresten op straat, het was een feestje voor de ratten. In de middeleeuwen wisten de mensen niet waar de pest vandaan kwam, de mensen dachten dat het een straf van God was. Pas later zijn wetenschappers er achter gekomen wat de oorzaak van de pest is.

 

Opdracht 15:

Kopieer het schema naar je Word-document en geef een uitleg van de begrippen.

Jaarmarkten                                                                                               
Stapelmarkten  
Banken  
Wisselbrief  
de pest  

 

Opdracht 16:

Noteer de antwoorden van de vragen in je Word-document.

a. Leg uit waarom jaarmarkten heel erg populiar waren.

b. Hoe noemen we een samenwerking van handelssteden?

c. Leg uit hoe het geld van de handelaren veilig kon blijven.

d. Noem twee goede dingen aan handel.

e. Wat is een slechte kant van handel in de middeleeuwen?

f. Leg uit hoe de pest zich zo snel en gemakkelijk door Europa heeft kunnen verspreiden.

 

Opdracht 17:

Bekijk het filmpje en noteer de antwoorden van de vragen in je Word-document.

a. Hoe probeert Chiel de Guilliacq zichzelf te genezen?
b. Welke twee soorten pest zijn er? Geef van beide een omschrijving.