1. Het begin van de Middeleeuwen

In het jaar 476 kwam er een einde aan het Romeinse Rijk, een van de belangrijkste oorzaken hiervan waren de volksverhuizingen. Verschillende Germaanse volken trokken het Romeinse Rijk binnen en er ontstonden nieuwe Germaanse staten. Met het einde van het Romeinse Rijk beginnen de Middeleeuwen. De Middeleeuwen noemt men ook wel de tusseneeuwen. De eeuwen tussen de val van het grote Romeinse Rijk met al zijn pracht en glorie. 1000 jaar lang is Europa in verval, het gaat niet zo goed met Europa. Er is weinig handel en het is niet veilig. Als dit na 1000 jaar weer opgang komt dan zijn de Middeleeuwen voorbij, er is dan weer handel en meer veiligheid in Europa.

We hebben al geleerd dat in het Romeinse Rijk het christendom is ontstaan en dat het zelfs de belangrijkste godsdienst werd. Iedereen in het Romeinse Rijk moest christen zijn. Overal in het rijk vond je dan ook christelijke provincies, ook wel bisdommen. De leider van een bisdom is een bisschop. Toen de Germaanse volken het Romeinse Rijk binnen vielen gingen sommige bisschoppen samenwerken met de leiders van de Germaanse volken, hierdoor kon het christendom blijven bestaan.

Vanaf het jaar 600 gingen de christenen hun geloof weer verder verspreiden. Missionarissen trokken door Europa om de mensen te bekeren tot het christendom. Dit lukt aardig snel, omdat veel mensen vinden het christendom wel aantrekkelijk vonden door het idee van de hemel en hel. Dit komt doordat veel mensen het tijdens de middeleeuwen niet zo goed hadden: er dreigde vaak oorlog, mensen strieven door ziekte en hongersnood. Ook in het gebied dat wij tegenwoordig Nederland noemen komen missionarissen. De bekendste is Bonifatius. Grote delen van Nederland zijn op dat moment al bekeerd tot het christendom, alleen de Friezen nog niet, zij geloven niet wat de missionarissen vertellen. In 754 probeerd Bonifatius voor de tweede keer de Friezen te bekeren. De Friezen zien dat Bonifatius veel mooie spullen heeft en overvallen en vermoorden hem wanneer hij ligt te slapen. Uiteindelijk worden ook de Friezen door iemand anders bekeerd tot het christendom.

Een andere manier waardoor het christendom zich snel verspreidde in Europa was door de Frankische leider Karel de Grote. Karel was christen en alle mensen in de gebieden die hij heeft verovert werden automatisch ook christen. Karel dankt zijn naam de "Grote" aan zijn grootse daden. Hij wist veel gebieden te veroveren, het grootste gebied in Europa sinds de Romeinen. Naast dat hij een groot gebied had, wist hij dit ook nog goed te besturen. Hij zorgde voor eenheid in zijn rijk: Er werden wetten ingevoerd, iedereen moest dezelfde taal spreken, christen zijn en met dezelfde munt betalen.

 

Opdracht 1:

Kopieer het schema naar je Word-document en geef een uitleg van de begrippen.

Volksverhuizingen                                                                                       
Middeleeuwen  
Bisdom  
Bisschop  
Missionarissen  
Bonifatius  
Karel de Grote  

 

Opdracht 2:

Noteer de antwoorden op de vragen in je Word-document.

a. Wat is een oorzaak van het einde van het Romeinse Rijk?

b. Waarom noemen de Middeleeuwen de Middeleeuwen?

c. Leg uit hoe het christendom heeft kunnen blijven bestaan? Gebruik in je antwoord de woorden bisdom en bisschop.

d. Hoe is het christendom verder verspreid in Europa? Noem twee voorbeelden.

e. Leg uit waarom Karel de "Grote" heet.

 

Opdracht 3:

Bekijk het filmpje van de onderstaande link en noteer de antwoorden in je Word-document.

http://www.willemwever.nl/uitzending-gemist/fragment/hoe-werd-bonifatius-vermoord
 

a. Waar werd Bonifatius vermoord?

b. Hoe noemen de christenen mensen die NIET christen zijn?

c. In welk jaar word Bonifatius vermoord?

d. Wat betekend Bonifatius?

e. Hoe probeerde Bonifatius zichzelf te beschermen?