Het begin van de Middeleeuwen leefden de mensen in een onzekere tijd, er waren vaak hongersnoden en oorlog. De boeren zochten bescherming bij de mensen van adel en werden horigen. Rond het jaar 1000 begint deze situatie te veranderen, dit komt door een aantal veranderingen:
Deze verbeteringen zorgden voor meer oogst, hierdoor kwam er een productieoverschot. Er was meer dan genoeg eten om van te leven. Hierdoor kwamen er minder mensen om door hongersnood en kon de bevolking groeien. Er kwamen zelfs zoveel mensen dat niet genoeg werk was in het boerenleven. Veel boeren werden er op uit gestuurd om woeste gronden te ontginnen. Veel land in de Middeleeuwen was niet bewoonbaar, dit waren moerassen en bossen. Het bewoonbaar maken van deze stukken noem je ontginnen.
Daarnaast konden sommige boeren ander werk gaan doen, zoals timmerman of kleermaker. Deze mensen noem je ambachtslieden. Zij gingen op plekken wonen waar zij veel van hun spullen konden verkopen. Zoals kastelen en kloosters, omdat het hier veilig was, en kruispunten van rivieren en wegen, omdat hier veel mensen langs kwamen. Er ontstonden marktplaatsen, de ambachtslieden gingen om deze marktplaatsen wonen en bouwden daar hun werkplaatsen. Ook werden er herbergen gebouwd, zodat kooplieden bij de marktplaatsen konden overnachten. Daarnaast vonden de mensen het ook belangrijk dat zij naar de kerk konden en bouwden daarom ook een kerk. Er ontstonden nieuwe nederzettingen.
Opdracht 9:
Kopieer het schema naar je Word-document en geef een uitleg van de begrippen.
Drieslagstelsel | |
Keerploeg | |
Productieoverschot | |
Ontginnen | |
Ambachtslieden | |
Nederzetting |
Opdracht 10:
Noteer de antwoorden van de volgende vragen in je Word-document.
a. Door welke drie verbeteringen nam de oogst vanaf het jaar 1000 toe?
b. Geef een omschrijving van braak.
c. Wat is een gevolg (wat komt hieruit voort) van de toename van de oogst?
d. Noem vier voorbeelden van ambachtslieden.
e. Leg uit waardoor er nederzettingen konden ontstaan. Gebruik in je antwoord de woorden productieoverschot en ambachtslieden.
f. Noem drie voorbeelden waar nederzettingen ontstonden.
Opdracht 11:
Maak een tekening van een middeleeuwse nederzetting.
Je mag zelf weten hoe je dit doet: paint, tekenblaadje ect.
Voor inspiratie google middeleeuwse nederzettingen of kijk in je boek naar bron 4.08 op bladzijde 67.
Het volgende moet in je tekening te zien zijn: