Rekenen met tijdseenheden

Er zijn verschillende eenheden voor het weergeven van tijd.
Zo heb je bijvoorbeeld de seconde (s), een minuut (min) of een uur. 

1 uur = 60 min
1 min = 60 sec
1 uur = 60 x 60 = 3600 sec

In de opdrachten ga je oefenen met het omrekenen van verschillende tijdseenheden. 

Voorbeeld
Jos fiets 3 uur op zijn mountainbike. Hoeveel minuten fietst Jos?
3 x 60 = 180 minuten 

Petra loopt in 8 minuten naar school. Hoeveel seconden loopt zij?
8 x 60 = 480 seconden 

Maak nu de opdrachten hieronder.