Virussen, de afkorting voor computervirussen zijn één van de grootste gevaren van het internet. Een virus krijg je vaak onverwacht en ongewild binnen en valt vervolgens de systemen in je computer aan. Net zoals een virus zich in jouw lichaam nestelt en dan schade aanricht aan jouw organen en je lichaam, gaat een computervirus ook te werk.
De eerste computervirussen waren al tussen 1987 en 1988 in omloop. De Amerikaanse computertechnicus Fred Cohen schreef in 1984 al de 'code' voor een computervirus. Een Nederlander met de naam Jan Terpstra was één van de eerste die leerde om dit virus onschadelijk te maken. Later maakte hij er zijn werk van om virussen op te sporen en te vernietigen.
Er bestaan duizenden soorten computervirussen die in meer of mindere mate schadelijk zijn. Er zijn virussen bij die weinig tot geen schade aanrichten en er zijn virussen die hele systemen, computers en computernetwerken kunnen platleggen. Het komt voor dat je je computer na een schadelijk computervirus te hebben opgelopen kunt weggooien.
Een computervirus is een schadelijk computerprogramma dat zich in je bestanden kan nestelen om daar schade aan te richten of gegevens ongemerkt te verkrijgen. Het kan zich ook settelen in het besturingssysteem van de computer en zo je computer onbruikbaar maken. Je kunt virussen op verschillende manieren binnenkrijgen. De volgende zijn de meest voorkomende:
Computervirussen kunnen zich alleen verpreiden naar computers die hetzelfde 'besturingssysteem' hebben als de computer waarop het virus gemaakt is. Een virus dat gemaakt is op een computer met Windows, kan zich ook alleen op een windows-computer vestigen.
Voorbeelden van virussen
Hoe weet je dat je een computervirus hebt?
Hoe kun je nu weten of je wel of geen computervirus hebt opgelopen? Het is vaak moeilijk om dit te achterhalen omdat sommige virussen geen sporen achterlaten van hun bestaan. Vaak kun je het wel merken aan de volgende zaken:
Maak nu opdracht 1 en 2 onder het kopje 'Opdrachten'.