2.1 Humustheorie

Van Helmont, was in 1644, één van de eersten die er door systematisch onderzoek achter probeerde te komen wat planten nodig hebben. Met een verrassend resultaat: volgens van Helmont had een plant alleen water nodig. Maar elke boer wist beter.
Ruim 100 jaar na Van Helmont ontdekt Priestley dat planten niet alleen water maar ook koolstofdioxidegas uit de lucht nodig hebben. Dat gas had Van Helmont helemaal gemist. Priestley ontdekte ook nog zuurstofgas, maar hij had niet door hoe belangrijk die ontdekking zou blijken.
Maar nog steeds blijft de vraag: Waarvoor dient dan die bodem? Wat hebben planten uit de bodem nodig?

De humustheorie
Boeren wisten al lang, dat planten goed groeien als er in de bodem mest of verterend plantenmateriaal zit. Dit leidde tot de zogenaamde humustheorie. Begin 19e eeuw was er voor deze theorie veel aanhang. Deze theorie paste in het grotere idee van het vitalisme, dat stelt
dat stoffen in levende organismen, organische stoffen genoemd, een levenskracht bezitten en daardoor wezenlijk afwijken van de andere stoffen zoals water, gesteente, zout, de anorganische stoffen. Organismen als planten hadden dus organische stoffen nodig, en de scheikunde van organismen was een andere dan die van anorganische stoffen.