5.5 Oplosbaarheid van zouten I

Jullie hebben zojuist onderzoek gedaan naar de oplosbaarheid van een paar zouten. Chemici hebben een eindeloze reeks van dergelijke proeven gedaan. De resultaten daarvan zijn verzameld in Binas tabel 45A.

Aan de hand van tabel 45A kun je begrijpen hoe we bij practicum 2 vaststelden of er chloride-ionen in plantenas aanwezig waren. (Voor het geval dat je je eigen verslag niet bij de hand hebt).

Je mengt plantenas met water en filtreert dit mengsel. Bij het filtraat druppel je zilvernitraatoplossing. De vloeistof wordt wit en troebel. Na een tijdje ligt er witte vaste stof op de bodem van de reageerbuis.

  1. Leg uit dat Binas tabel 45 aangeeft dat de chloride-ionen zeer waarschijnlijk in de oplossing terecht komen en niet in het filter.
  2. Leg uit dat als je bij het filtraat een oplossing met zilverionen giet, de chloride-ionen en de zilverionen niet in de oplossing blijven maar samengaan en vast zilverchloride vormen.

Practicum: gaan ze samen of niet? (Duo)
Keukenzout lost goed op in water, glas niet bepaald. Er zijn ook zouten waarvan wel iets, maar niet veel oplost. Die noemen we matig, dan wel slecht oplosbaar. Je kunt de oplosbaarheid van zouten onderzoeken door na te gaan hoeveel gram ervan je in bijvoorbeeld 100 mL water kunt oplossen, maar dan ben je wel even bezig: telkens een schepje van 1 g erin en roeren.

Zeker om een eerste indruk te krijgen is het makkelijker en sneller oplossingen te maken van zouten waarvan je al weet dat ze oplosbaar zijn en dan verschillende combinaties bij elkaar te gieten. We leerden dat zouten in positieve en negatieve ionen splitsen als ze oplossen.