5.6 Oplosbaarheid van zouten II

In de vaste vorm geleiden zouten de stroom niet. Zouten geleiden wel elektrische stroom n opgeloste en in gesmolten toestand.
De verklaring hiervoor is dat in de opgeloste en gesmolten toestand de ionen zich redelijk vrij kunnen bewegen en dat ze in de vaste toestand op hun plaats blijven.
Het smelten van keukenzout zou je als volgt weer kunnen geven:

NaCl(s) Na+(l) + Cl-(l)


Overeenkomstig zou oplossen zo weergegeven kunnen worden:


NaCl(s) Na+(aq) + Cl-(aq)  , aq komt van aqua, water.


Wordt er een samengesteld zout in water opgelost dan valt deze uiteen in alle losse ionen, bijvoorbeeld:


Mg(NO3)2 (s) Mg2+(aq) + 2 NO3-(aq)


Dus komen bij het oplossen van 1 ‘deeltje’ magnesiumnitraat totaal 3 ionen vrij!!
Handig te onthouden: de indices in de formule die ervoor zorgen dat de formule neutraal wordt, komen in de oplosvergelijking vóór de losse ionen.
Voorbeeld
Aluminiumsulfaat bestaat uit de ionen Al3+ en SO42-. Om het neutraal te maken moeten we 2 Al3+ en 3 SO42- deeltjes gebruiken. De formule wordt dus Al2(SO4)3. In de oplosvergelijking zetten we nu deze 2 en 3 vóór de losse ionen:


Al2(SO4)3(s) 2 Al3+(aq) + 3 SO42-(aq)


    Geef de vergelijkingen van het oplossen van de volgende zouten:
a     kaliumnitraat
b     calciumchloride
c     ammoniumsulfaat
d     bariumjodide
e     natriumcarbonaat
f      zinkfosfaat
g     aluminiumacetaat
h     kaliumsulfide

 

Antwoord opg. 1