5.1 Practicum 'dingen die lopen'

Elektrolyten en stroom
We gaan onderzoeken wat stroom doet met een kopersulfaatoplossing.

Om dit te onderzoeken gebruiken we een petrischaal met daarin een gel met putjes en gootjes, zie figuur hiernaast. In een gel kunnen opgeloste stoffen zich maar heel langzaam door het water verspreiden. We kunnen dus beter in de gaten houden of er door de elektrische stroom iets gebeurt. Gel ken je als het spul voor je haren, maar pudding, gebonden sauzen en jam zijn ook voorbeelden van een gel. We gebruiken een stevige gel met als bindmiddel agar, een stof die wordt gewonnen uit zeewier. Biologen gebruiken zulke gels om te kijken hoe bacteriƫn en schimmels groeien. De agar-gel zorgt ervoor dat die schimmels op hun plek blijven. Onder de tekening tref je een foto aan van dezelfde opstelling.

Volg nu de onderstaande stappen:

  1. Neem de tekening van de agarplaat over in je schrift en teken erin (gebruik kleuren!!) welke oplossingen in de putjes zitten.
  2. Welke conclusie trek je uit het feit dat reactieproducten niet in de putjes van kaliumjodide en bariumnitraat ontstaan maar ergens ertussenin?

Door de elektrische stroom is iets uit kopersulfaat naar rechts gegaan en heeft daar met (iets uit) kaliumjodide gereageerd. Door de elektrische stroom is iets uit kopersulfaat naar links gegaan en heeft daar met (iets uit) bariumnitraat gereageerd.

  1. Welke conclusie trek je uit het feit dat je het reactieproduct van de reactie tussen kopersulfaat en kaliumjodide wel rechts maar niet links ziet ontstaan?

Druppelpracticum:
Voorbereiding:

Met een druppelpracticum en oplossingen van de volgende stoffen:

ga je het volgende experimentje uitvoeren:

Noteer je waarnemingen