Veel voltooide deelwoorden beginnen met ‘ge-‘, maar niet allemaal. Daarom kun je beter dit onthouden: het voltooid deelwoord laat zien dat iets af is. Het is klaar. Daarom heet het ook ‘voltooid’. Dus het verhuizen is klaar bij ‘verhuisd’. Het fietsen is afgelopen bij ‘gefietst’ en er gebeurt niets meer bij ‘gebeurd’.
Het voltooid deelwoord
Een voltooid deelwoord begint vaak met be-, ge-, ver- of ont-.
Een voltooid deelwoord eindigt op:
Als je niet weet of het voltooid deelwoord op een t of een d eindigt dan kun je het langer maken (in de verleden tijd).
Dus: gerend want rende.
Uiteraard kun je ook 't kofschip gebruiken (zie uitleg verleden tijd).
Bekijk het filmpje 'IN BEELD-werkwoordspelling het voltooid deelwoord' wanneer je extra uitleg nodig hebt.