Nanotechnologie.
Inleiding.
De titel van deze activiteit is nanotechnologie.
Eigenlijk is die titel een beetje misleidend, want het gaat meer om een specifieke toepassing van nanotechnologie dan om de technologie zelf.
Eerst maar iets over nanotechnologie. Waar gaat dat over?
Over technologie natuurlijk, maar wat betekent die nano.
Nano is een aanduiding voor een schaal, de nanometer. Het gaat om technologie, op een schaal van 1 tot 100 nanometer. Dat is heel klein.
De indeling van je geodriehoek is in millimeters. Met een beetje goede wil kan je de grootte van iets afschatten op 0,1 mm. Dat is 100 µm(micrometer).
1 µm kan je nog net zien onder een microscoop
een nanometer is nog 1000 keer zo klein. Je nagels groeien ongeveer 1 nanometer per seconde.
Iets met die grootte is niet zomaar zichtbaar te maken. Daar zijn speciale apparaten voor nodig. Je krijgt dan een plaatje zoals hieronder:
Het is niet zo makkelijk je precies voor te stellen hoe groot een nanometer precies is.
Zichtbaar licht heeft een golflengte tussen de 400 en 800 nanometer. Iets wat kleiner is dan 400 nanometer kan je dan ook niet meer zien, want dat weerkaatst geen licht.
Je gebruikt een apparaat als een atomic force meter om een beeld te krijgen van een oppervlakte, met een resolutie tot ongeveer 10 nanometer.
Dat is zoiets als de naald van een platenspeler. Die wordt aangetrokken door de oppervlakte. Daardoor buigt de arm een beetje. De laserbundel wordt weerkaats door de arm. Op een scherm kun je die beweging dan volgen.
Wij gaan het in deze module hebben over zonnecellen.
Zonnecellen zijn instrumenten die zonlicht omzetten in electrische stroom. Daar heb je verschillende soorten in. Je hebt de normale, die ook op een huis kunnen staan, gemaakt van silicium. Tegenwoordig heb je ook andere, die werken met een kleurstof, zogenaamde Grätzel cellen. Die ga je ook zelf maken.